De succesvolle test met een robotballon brengt een geplande missie naar Venus in 2029 weer een stapje dichterbij. Op ons discussieplatform NUjij werd de vraag gesteld wat de reden is om naar Venus te gaan, aangezien er eerder werd gesproken over een missie naar Mars.
Het interessantste deel van de vraag is waarom ervoor wordt gekozen om naar Venus te gaan. Het antwoord op die vraag is dat die planeet – net als Mars – erg op de aarde lijkt.
Nog een voordeel: Venus staat veel dichterbij dan Mars. Een retourtje Venus hoeft nog geen jaar te duren. Een trip naar Mars en terug duurt ongeveer drie jaar.
Venus is iets kleiner dan de aarde en heeft ook een oppervlak van vast gesteente. De planeet kan wetenschappers veel leren over het ontstaan van ons zonnestelsel, het leven op aarde en ook het heelal.
Maar er is wel een probleem: op Venus is de druk negentig keer zo hoog als op aarde. En de temperatuur op het Venusoppervlak bedraagt tussen de 460 en 475 graden. Daarmee is Venus de heetste planeet in ons zonnestelsel. Die hoge temperatuur wordt veroorzaakt door een extreem broeikaseffect. De atmosfeer van Venus bestaat hoofdzakelijk uit koolstofdioxide (CO2).
Een belangrijke reden om Venus te onderzoeken is dat astronomen willen weten waarom Venus nu zo’n helse plek is. Vermoed wordt dat de planeet ooit bewoonbaar is geweest. Die kennis kan sterrenkundigen ook helpen bij de vraag hoeveel exoplaneten (planeten die om een andere ster dan onze zon draaien) bewoonbaar zijn.
Druk en temperatuur maken planeet een ‘snelkookpan’
Onderzoek op Venus is erg moeilijk. Als een ruimtesonde op het oppervlak van Venus landt, bevindt deze zich in een soort snelkookpan. Door de hoge druk en de temperatuur hebben ruimtesondes het op Venus tot nu toe niet langer dan twee uur uitgehouden.
Venus bevindt zich dichter bij de zon dan de aarde en buiten de zone waar volgens wetenschappers leven mogelijk is. De aarde en Mars bevinden zich wel in de zogenoemde ‘bewoonbare zone’.
Het kan zijn dat er ooit een levensvorm ontdekt wordt die wel kan overleven onder de extreme omstandigheden van Venus. In dat geval moet de definitie van de ‘bewoonbare zone’ aangepast worden. Ook om die reden is onderzoek op Venus waardevol voor de wetenschap.
NASA wil komende jaren tien keer naar Venus
De NASA heeft in de komende jaren tien missies naar Venus gepland staan. Het is de bedoeling om met satellieten, met ballonnen in de atmosfeer, met
Venuslanders en met een rover onderzoek te gaan doen. In 2039 wil NASA zelfs een bemande vlucht naar Venus gaan uitvoeren.
De robotballon die onlangs in de woestijn van de Amerikaanse staat Nevada is getest, wordt ontwikkeld voor een Venusmissie in 2029. De succesvolle test van deze zogenoemde ‘aerobot’ maakt de kans dat deze missie doorgaat een stuk groter.
Mars lijkt wél geschikt voor permanent bewoonde basis
Naast alle geplande ruimtemissies naar Venus is er ook een uitgebreid ruimteprogramma. Het antwoord op het tweede deel van de vraag op NUjij is dus dat de missies naar Venus en Mars los van elkaar staan. Er wordt op twee plekken tegelijk kennis opgedaan.
Mars is voor de ruimtevaart vooral interessant omdat de omstandigheden op de planeet relatief mild zijn. Daardoor is het mogelijk om een permanent bewoonde basis op de planeet te bouwen. Dat lijkt op Venus onmogelijk.
-nu.nl-