Woensdag 24 april 2019 – Veiligheidstroepen van de NAVO-coalitie en de Afghaanse regering hebben in de eerste drie maanden van dit jaar meer burgers gedood dan de Taliban en andere extremistische groeperingen. Dat is voor het eerst sinds de start van het conflict in 2001. Dat blijkt uit cijfers die woensdag zijn gepubliceerd door de VN-missie in Afghanistan (UNAMA). De VN roept de Afghaanse autoriteiten en de internationale coalitie op de sterfgevallen van burgers bij militaire acties te onderzoeken en de nabestaanden te compenseren.

In het eerste kwartaal van 2019 waren pro-regeringstroepen verantwoordelijk voor de dood van 305 burgers. Jihadistische opstandelingen doodden 227 burgers.

De meeste burgers kwamen om het leven door luchtaanvallen (145) en razzia’s die werden uitgevoerd door het Afghaanse leger, dat door de Verenigde Staten wordt gesteund (72). De helft van de slachtoffers van luchtaanvallen bestond uit vrouwen en kinderen.

In totaal werden tussen januari en maart 581 burgers gedood en raakten bijna tweeduizend burgers gewond. Dat is een afname van 23 procent ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar.

Die afname wordt door de VN verklaard door een daling van het aantal zelfmoordaanslagen. Mogelijk mijdt de Taliban het maken van burgerslachtoffers omdat de groepering momenteel vredesgesprekken voert met de VS.

-Bron: nu.nl