Maandag 14 oktober 2019 – President DesirĂ© Delano Bouterse stelt gedurende dit regeertermijn nog tenminste twee buitenlandse reizen in het vooruitzicht. Het staatshoofd zegt in een exclusief vraaggesprek met het Nationaal Informatie Instituut (NII) dat hij uitnodigingen heeft liggen van onder meer China, Rusland, IndonesiĂ«, India en ServiĂ«. Gezien de korte periode voor de verkiezingen zegt de president: âIk weet niet zeker, maar zeker een of twee buitenlandse reizen zal ik moeten maken, omdat er grote projecten mee gemoeid zullen gaan gaanâ.
Pratend over de internationale betrekkingen van Suriname zegt het staatshoofd dat wanneer bijvoorbeeld de minister van Buitenlandse Zaken van Rusland naar hier komt, dat land wel iets ziet in Suriname. âRusland is niet de eerste het beste landâ, aldus president Bouterse, die verder ook de komst van de ministers van Buitenlandse Zaken van IndonesiĂ« en China alsook de aanwezigheid van de Indiase president Ram Nath Kovind opsomt. âHet zijn hele grote jongensâ. Bouterse: âHet is niet zomaar, dan wijzen ze de Surinamers van, jouw land is belangrijk. Wij van de grote wereld zien dat en jullie zien dat helaas nog nietâ.
Volgens president Bouterse is Suriname een te klein land om op het wereldforum het spel te dirigeren, “maar binnen het spel moeten we toch kijken hoe we participeren om voor ons land het maximale eruit te kunnen halen.” Het staatshoofd is van mening dat Suriname sowieso met alle landen zou moeten samenwerken, maar dat er vooral met de buurlanden, het Caribisch gebied en superpowers als de VS, China, IndonesiĂ«, India en ook Afrika heel goede banden moeten bestaan.
Ten aanzien van de band met Nederland zegt de president dat de politiek welke Den Haag heeft gespeeld naar Suriname, de relatie heeft bekoeld. President Bouterse zegt echter dat het altijd goed is om relatie te verbeteren. âBut it needs two to dance a tangoâ, drukt hij zich uit. Het staatshoofd stelt dat wij ons niet moeten gaan ophouden met âdat klein land waar wij viereneenhalf maal zo groot zijn en veel meer hulpbronnen hebben dan hunâ. Volgens hem moeten wij gaan kijken naar wat wij hebben en wat wij kunnen ontwikkelen voor ons zelf. President Bouterse: âIn plaats van onszelf weer afhankelijk te gaan stellen van hunâ.
-NII-