“Samenleving heeft gefaald signalen bij kinderen op te vangen”

25 November 2019

In: Nieuws
Comments: 0

Maandag 25 november 2019 – “Wij als samenleving hebben gefaald om signalen bij kinderen op te vangen. Wij moeten mensen versterken bij instituten waar onze kinderen bij zijn aangesloten zoals het gezin, de school, kerken en sportverenigingen”. Zo reageert minister André Misiekaba van Sociale Zaken & Volkshuisvesting tegenover het Nationaal Informatie Instituut (NII), op recente gevallen van zelfmoord en poging tot zelfmoord onder jeugdigen. Het instituut sprak de bewindsman tijdens de driedaagse Jeugd en Kinder Summit, die in verband met 30 jaar Kinderrechtenverdrag in Suriname door zijn ministerie werd gehouden, in de Congreshal.

De bewindsman is van mening dat een kind niet zomaar van het ene op het andere moment de hand aan zichzelf gaat slaan. Hij benadrukt dat instituten daarom moeten worden versterkt, om signalen te kunnen opvangen en tijdig in te grijpen. Minister Misiekaba roept jongeren ook op om te praten wanneer er problemen zijn. “Kom praten, er is altijd een oplossing”, geeft de bewindsman mee.

Met de summit beoogt het ministerie van Sociale Zaken en Volkshuisvesting awareness teweeg te brengen over de rechten van kinderen. Minister Misiekaba benadrukt dat er nog nog veel braakliggend terrein is en dat wij daarom niet kunnen stoppen met werken voor onze kinderen. Hij is er voorstander van dat activiteiten in verband met Kinderrechtenverdrag zich ook naar de districten verplaatsen, omdat het ministerie van Sociale Zaken en Volkshuisvesting ook landelijk opereert.

Op de summit werden gedurende de drie dagen achtereenvolgend de onderwerpen “Geweld tegen Kinderen”, “Mentale Gezondheid en Suïcide” en “Onderwijs en Ontwikkelingskansen” belicht. Met de outputs zal het ministerie volgens directeur Angela Salmo zaken die de jongeren hebben aangehaald verder uitlichten en kijken wat er leeft. Het resultaat zal van toepassing zijn in het beleid dat door alle ministeries wordt uitgestippeld. Salmo benadrukt dat elk kind moet worden gehoord en dat er bij de beleidsvoering samen met de kinderen beleid wordt ontwikkeld.

-NII-