Tegengeluid over China leningen

11 January 2020

In: Nieuws
Comments: 0

Vrijdag 10 januari 2020 –Er bestaan duidelijk een aantal misconcepties over onze relatie met Chinaen hun leningen. Laatst weer een rommel artikel geschreven door redimoesoe Armand Snijders de buitenlandse spion, en in het dagellijks leven, de manipulatieve hoofdredacteur van De Ware Tijd. Er wordt veel beweerd door hem en grote doom verhalen worden gelanceerd. Maar wat indien met een objectieve blik gekeken wordt? Wat indien de feiten erbij gehaald worden? Dit bericht licht hiertoe de sluier van de toverberg en opent een dialoog om beter naar de zaken te kijken ipv van het gebrabbel van deze figuur als zoete koek in te nemen. Discussie wordt zeker verwelkomt, maar laat deze niet in de politieke polemiek van agitatoren blijven steken. Dat is de reden voor dit artikel om een tegengeluid te geven over de aard van de leningen en onze band met China.
Wat zijn zoal de zaken die we horen in nieuwsberichten en andere
artikelen?

• Chinese schuldenval
• Pas na 25 mei de ware omvang begrijpelijk
• Uitverkoop van bedrijven door deze regering
• Andere landen hebben slechte ervaringen
• Het Westen is een betrouwbare partner
• Suriname heeft geen echte vrienden
• Er wordt in paniek geld geleend
• Geen due diligence
• Wurgcontracten die ons door de keel worden geduwd
• Suriname houdt straks op te bestaan en we worden een deel van de VRC

Allereerst is het goed om de portefeuille van leningen na te trekken die
ons land heeft afgesloten met China. In de periode 2004-2009 zijn er 7
leningen genomen voor een totaal van USD 243 miljoen. In de periode
2012-2016 zijn 3 leningen genomen voor een totaal van USD 381 miljoen.
Vijf leningen genomen in 2004, 2007 en weer in 2009 voor technische
assistentie bedroegen USD 44 miljoen, terwijl twee leningen van 2008
samen USD 199 miljoen bedroegen en bestemd waren voor wegenbouw.

In 2012 werd de huizenbouw lening afgesloten voor USD 47,6 miljoen,
terwijl in december 2016 de Dalian lening en die voor Telesur speciale
goedkeuring van het parlement verkregen. De hoofdsommen waren USD
235 miljoen om USD 98,5 miljoen. Beargumenteerd kan worden dat alle leningen tussen 2004 en heden allen een ontwikkelingsdoel nastreefden: wegenbouw, huisvesting, telecommunicatie infrastructuur, en technische assistentie. Is het billijk dat de eerdere periode nooit in de kritieken genoemd wordt en er per se gezegd moet worden dat na 2010 er wild is geleend van China? De feiten zeggen
dat er een bijna gelijk bedrag geleend is voor wegenbouw. Een feit is ook dat de Dalian lening van 2016 een belangrijke highway ader neerlegt die samenvalt met infrastructuur verbetering om onze internationale handel en het toerisme te versterken. Er is in 2012 een huizenbouw lening afgesloten met als doel om de woningnood te kunnen verlichten, een belangrijke levensvoorwaarde voor vele werkende gezinnen. In de moderne tijd van snelle communicatie en cloud technologie heeft de regering het ook nodig geacht om met een investeringslening de telecommunicatiesector te versterken. Een redelijke vraag die gesteld kan worden is deze: waarom is het lenen van China door de Surinaamse regering tussen 2004 en 2009 nooit een probleem is geweest en waarom vormt het nu wel een probleem? Wordt er soms onder wurgcontracten geleend? Ook dit wordt weerlegt door de feiten. De leningen aangegaan met de Chinese overheid en de exim bank van China zijn langlopende leningen met looptijden variërend tussen 15 en 23 jaar. Ook worden grace of aflossingsvrije perioden van gemiddeld 8 jaar gegeven. Er wordt geen rente gevraagd (technische assistentie leningen) of slechts zeer lage rente. De rente op de huizenbouw en Dalian-IV lening is 2 procent per jaar; die op de Telesur lening is 3
procent. Mede in acht genomen, waarvoor er geleend wordt, namelijk ter
versterking van infrastructuur, technische kennis verkrijging en woningbouw,
zijn dit zeer zachte leningen. De China leningen kennen haast geen
gelijkenis onder andere buitenlandse leningen, zelfs niet de multilaterale
leningen.

Rcentelijk heeft weer zo een nederlander een bestuurslid van de VES
aangevoerd dat er verborgen clausules zijn waardoor bedrijven in onderpand zijn gegeven. Althans, hij zegt dat deze valkuil hem bekend is van China leningen aan andere landen, dus zal dat ook zo zijn voor Suriname. Hierop de volgende reactie. Voor Suriname worden alle leningen

zeer streng gecontroleerd en geselecteerd door onze experts en de binnenlandse uitvoerders bedrijven, zoals Sunecon en Syntex. Er komt geen enkele clausule van enig onderpand, noch bedrijvenonderpand, als waar deze heer naar verwijst, voor in geen van de Surinaamse contracten. Iets dergelijks is niet mogelijk met onze zeer strenge wetgeving, maar ook is het absoluut niet wenselijk om een dergelijk noodlottige contract op te stellen. De Surinaamse overheid laat zich niet in met dergelijke praktijken, maar – eerlijk gezegd – de Chinese counterparts hebben ook nog nooit zulke voorstellen naar de regering toegebracht. Dit zijn wij nog nooit bij hen tegengekomen. De vraag is, waarom zou de geschetste valkuil in andere landen het geval zijn en in Suriname niet? De vraag is, is het überhaupt waar wat de VES voorman beweert? Heeft hij dit met eigen ogen gezien als onderhandelaar in een landen team? Pas dan zou een dergelijke kennis vergaard kunnen zijn. Indien het niet zo is, is de kans groot dat deze meneer van de VES een gerucht pakweg creëert of blindelings napraat. Is het Westen onze vriend, en China onze vijand? Met het Westen heeft Suriname 3 eeuwen kolonialisme ervaren, met uitmoorden van de inheemsen, slavernij en contract dwangarbeid. Bestuurders hebben na de onafhankelijkheid tot en met 2010, dus 15 jaren lang, kunnen rekenen op ontwikkelingshulp. Waar is dit geld terecht gekomen? Wat is er aan
blijvends achtergebleven? Hoeveel Nederlandse ingenieurs bureaus hebben niet steeds op de payroll van uitvoering, supervisie, en know-how gestaan? Kwamen binnenlandse aannemersbedrijven en binnenlandse ingenieurs en uitvoeringsbedrijven toen ook veelvuldig en voor bijna 100% van de toeleveringsdiensten aan bod? Dus wat werd er ontwikkeld en wie hebben daarop kunnen meeliften? We zien dan een wezenlijk verschil tussen de ontwikkelingshulp van Nederland en de leningen van China. Opmerkelijk is ook het feit dat West Europa veelvuldig aan China leende toen China zelf in de opbouw fase verkeerde. Dus China mocht
wel bij hun lenen, en nu China deze fase ver voorbij geschoten is, mogen
anderen niet bij China lenen? Dit komt onlogisch over, maar het is wel de
boodschap die ons heeft bereikt via een Nederlandse investeerder die in
Suriname was. Het andere onlogische van deze beredenering is dat West
Europa flinke winsten heeft gemaakt op haar leningen aan China. Het Westen heeft hierin een financieel model gezien en zij hebben er goed van geboerd. Nu hebben dezelfde rijke landen kritiek op het lenen bij China. Wat bezielt hen? Omdat China zachte leningen sluit die daadwerkelijk de ontwikkeling van arme landen stimuleert? Omdat de rijke landen dan niet ongehinderd hun zware leningen aan deze landen kwijt kunnen? Suriname bouwt de Zuid-Zuid relaties op, en beleeft principes van wederzijds respect, ondersteuning en broeder/zuster schap. Behalve met China is ons land een breed netwerk van technische en
gespecialiseerde know-how en financiële samenwerking aan het opbouwen.

Landen als India, Indonesia, Turkije, Israël en menig ander in Latijns-
America en het Caraïbisch gebied, Oost-Europa, Azië en Afrika gaan graag
een nauwe samenwerking met ons aan, en deze banden zullen in de toekomst alleen maar verstevigd worden en tot wasdom gebracht worden. De regering is uitvoerig transparant over het leningenbeleid en de schuldpositie. Met de vele rapporten en overzichten geleverd aan De Nationale Assemblee heeft deze regering een lans gebroken, want nooit tevoren was er zoveel, zo frequent en zo gedetailleerd informatie over het leningenbeleid en de schuldenpositie verschaft aan ons hoogste wetgevend orgaan. let wel: tijdens frontregering NOOIT. Niet alleen ter kennisgeving van het instituut maar ook voor het kunnen nemen van goede besluiten geeft de regering openheid van zaken. Tegelijkertijd is de beschikbaarheid van publieke informatie aanzienlijk verbeterd. Het Bureau voor de Staatsschuld publiceert in lijn met de wetten op regelmatige basis de stand
van de totale staatsschuld en al haar onderdelen, zoals de binnenlandse versus buitenlandse componenten, de valutasoorten en de looptijden. Haar gepubliceerde overzichten geven precies aan welke nieuwe leningen en contracten er elke kwartaal zijn afgesloten, wie de tegenpartijen zijn en waartoe het contract dient. Met deze informatie verschaffing kan het publiek zeer nauwkeurig volgen hoe de staatsschuld zich ontwikkelt. Er zijn geen enkele geheimen of verassingen onder de vloermat verborgen. Het is simpelweg een sprookje als zou er na mei 2020 een openbaring komen en dat dit notabene veel onheil zal tonen. Suriname verschuift de internationale betrekkingen naar de Zuid-Zuid buren en vrienden, werkt met hen samen om de economie en het
leefgenot en ontwikkeling van Surinamers te verbeteren. Dit gebeurt op een zeer verstandige wijze en waarbij de lokale expertise meegroeit en als zonen en dochters van dit land kan helpen de ontwikkelingen verder uit te dragen.

-Ministerie van Financiën-