Maatregelen LVV in het kader van Wet Uitzonderingstoestand COVID-19

9 April 2020

In: Nieuws
Comments: 0

DONDERDAG 9 APRIL 2020– In het kader van COVID-19 zijn er door de regering van Suriname maatregelen getroffen. Hiertoe is de Wet Uitzonderingstoestand COVID-19 aangenomen. Deze wet houdt onder meer in het opzetten van een noodfonds van SRD 400 miljoen.
Op woensdag 8 april 2020 is minister Rabin Parmessar van Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV) ingegaan op vragen gesteld door DNA-leden. De minister gaf ook een overzicht van maatregelen die door zijn ministerie zijn voorbereid om de voedselzekerheid en voedselveiligheid te garanderen en ook om de sector te stimuleren.
De LVV-bewindsman gaf aan dat in februari al sprake was van een minder vlot verloop bij de import van goederen. In maart is het personenverkeer stopgezet wat ook van invloed is geweest op het goederenverkeer. Vracht per zee heeft evenwel normaal voortgang gevonden, maar in de tussentijd is minister Parmessar met zijn staf en de regering bezig geweest maatregelen te treffen om zo goed als mogelijk in te spelen op de ontstane situatie.
Door het ministerie van LVV zijn er elf (11) maatregelen samengesteld voor garantie voor de lokale voedselvoorziening en ter stimulering van de productie. Enkele van de maatregelen zijn reeds ingegaan en andere moeten nog worden geïmplementeerd. Zo is per 1 april 2020 een verhoging van de opkoopprijs van rauwe melk ingegaan en wel op zodanige wijze dat de consument hier niet voor zal opdraaien. Ook zullen er meer goederen invoerrechten vrij en volgens de officiële bankkoers worden geïmporteerd. Om de lokale productie van kip te stimuleren, zullen er gefaseerde maatregelen worden getroffen.
Minister Parmessar heeft in zijn betoog aangegeven, dat bij een totale importstop de situatie voor Suriname niet desastreus hoeft te zijn. “Als er totaal geen import plaatsvindt, is er nog geen ramp, we zijn één van de weinige landen in de wereld waar de natuur ons zeer gunstig gestemd is. We hebben vruchtbare grond en goede kwaliteit water waar we genoeg mee kunnen doen. Het enige dat we moeten doen, is ons eetpatroon gaan aanpassen. In plaats van bruine bonen gaan we het moeten doen met lokale pesiesoorten, maar we hebben vervanging voor de importproducten”.
Voor wat betreft de export heeft minister Parmessar aangegeven, dat eerst moet worden voorzien in de lokale behoefte, alvorens toestemming gegeven zal worden om tot export over te gaan. De lokale productie zal ook moeten voldoen aan dezelfde vereisten als die voor de export gesteld worden.

NATIONAAL INFORMATIE INSTITUUT-