Veel mediahuizen in nood wegens Covid-19-pandemie

3 May 2021

In: Nieuws
Comments: 0

Maandag 03 mei 2021- De nu al langer dan een jaar durende Covid-19-pandemie heeft de cruciale rol van journalisten wereldwijd bij het verstrekken van betrouwbare informatie benadrukt. Aan de andere kant is door het virus de bestaanszekerheid van veel mediabedrijven in gevaar gekomen. Dat stelt António Gutterres, secretaris-generaal van de Verenigde Naties (VN), maandag bij de herdenking van World Press Freedom Day, de Internationale Dag van de Persvrijheid.

Gutteres vindt dat de wereldwijde uitdagingen waarmee we werden geconfronteerd tijdens de pandemie de cruciale rol van betrouwbare, geverifieerde en universeel toegankelijke informatie onderstrepen. Vooral bij het redden van levens en het opbouwen van sterke, veerkrachtige samenlevingen. “Tijdens de pandemie en bij andere crises, waaronder de klimaatcrisis, helpen journalisten en mediamedewerkers ons door een snel veranderend en vaak overweldigend informatielandschap te navigeren, terwijl ze gevaarlijke onnauwkeurigheden en onwaarheden aankaarten. In te veel landen lopen verslaggevers grote risico’s”, weet de secretaris-generaal van de VN.

Ook wijst Gutteres  erop dat de economische impact van de pandemie veel mediakanalen hard heeft getroffen en dat ze in hun voortbestaan worden bedreigd. “Naarmate de budgetten krap worden, neemt ook de toegang tot betrouwbare informatie af. Geruchten, onwaarheden en extreme of verdeeldheid zaaiende meningen sluipen binnen om de informatiekloof te op te vullen”, waarschuwt de VN-topman. Hij dringt er bij regeringen op aan alles wat in hun vermogen ligt te doen om de vrije, onafhankelijke en diverse media te ondersteunen. “Vrije en onafhankelijke journalistiek is onze grootste bondgenoot in de strijd tegen misinformatie en desinformatie.”

President Chandrikapersad Santokhi is content over de manier waarop persvrijheid momenteel in Suriname wordt beleefd en stelt dat de regering zo transparant mogelijk probeert te zijn in het verstrekken van informatie aan de samenleving. Desinformatie en nep nieuws ziet hij als de grootste uitdagingen van het moment. Als de regering transparant is heeft de pers de mogelijkheid, de vrijheid en gelegenheid om haar werk te doen. “Suriname heeft andere tijden gekend waarbij dat niet zo was”, zegt het staatshoofd in gesprek met de Ware Tijd.

Hij voert aan dat burgers voor hun informatiebehoefte in deze tijd zeer afhankelijk zijn van de “digitale snelweg”. “Vanwege de gevolgen van de pandemie hebben velen meer tijd om informatie tot zich te nemen. Hierbij zit ook veel misinformatie. Daarbij zie ik het obstakel om dwars door het moeras van onjuiste informatie, de boodschap van de regering tot in elke huiskamer te krijgen. Velen zijn gedreven door sensatie of politieke voorkeur. Daar komt persvrijheid dan kijken. Niet slechts de mogelijkheid om te verslaan, maar dan vooral de keuze wat te verslaan en met welke intentie.”

De regering zal de informatievoorziening uitbreiden en optimaliseren, zodat het nieuws in elk geval binnen handbereik is van de burger en vooral van de vrije pers.” Santokhi wijst ook op de verantwoordelijkheid van sociaal-maatschappelijke instanties en leiders bij de voorlichting en bewustwording. “Het is steeds een gedeelde verantwoordelijkheid.”

In het Caribisch Gebied kampen verschillende landen met min of meer dezelfde problemen bij de beleving van persvrijheid in de context van de heersende pandemie. Dat is zaterdag gebleken in presentaties tijdens de tweejaarlijkse algemene vergadering van de Associatie van Caribische Mediawerkers. Behalve dat in sommige landen overheidsfunctionarissen niet open staan voor vragen van de media, wordt het verzamelen van overheidsinformatie bemoeilijkt door het ontbreken van wetgeving voor Openbaarheid van Bestuur.

Op verzoek schetst Denis Chabrol, ex-voorzitter van de Guyanese journalistenvereniging, een beeld van de situatie in zijn land. “Het meest urgente probleem waarmee de journalistiek wordt geconfronteerd, is de levensvatbaarheid van de vrije en onafhankelijke media. Dit komt omdat adverteerders en sponsors geloven dat ze meer rendement uit hun dollars halen uit sociale media. Die zijn echter voor het grootste deel een mijnenveld van desinformatie die wordt aangedreven door het aantal likes en shares”, zegt hij.

Wat ook zorgwekkend is volgens Chabrol is dat ook “gekozen functionarissen” zich daaraan schuldig maken om anderen te beïnvloeden. Beïnvloeding waarvoor? Stemmen?” werpt hij op. In deze context spelen mediabedrijven, volgens hem “een grotere rol door het publiekskoor te lichten dat journalistiek gestoeld op de pijlers eerlijkheid, nauwkeurigheid, geloofwaardigheid en verificatie de basis is voor het informeren en onderwijzen van het publiek”. De Werelddag voor de Persvrijheid werd in december 1993 afgekondigd door de Algemene Vergadering van de VN, op aanbeveling van de Algemene Conferentie van UNESCO.

-Website-