Zweedse regering valt na motie van wantrouwen: het huurplafond is heilig

22 June 2021

Comments: 0

Dinsdag 22 juni 2021- Voor het eerst is een Zweedse regering gevallen door een motie van wantrouwen. Een hervormingsplan voor de huizenmarkt deed premier Stefan Löfven de das om.

De motie van wantrouwen tegen de sociaaldemocratische premier Stefan Löfven werd gesteund door een bont gezelschap. De Linkse Partij – een gedoogpartner van de wankele minderheidsregering – stelde de leider vorige week een ultimatum vanwege een geplande hervorming van de huizenmarkt en kreeg bijval van een allegaartje aan (rechtse) oppositiepartijen: de nationaal-conservatieve Zweden Democraten, de Christen Democraten, de rechts-liberale Moderaten.

Door de motie van wantrouwen, die uiteindelijk door de Zweden Democraten werd ingediend, viel het kabinet gisterochtend.

Op het spel stond het huurplafond voor nieuwbouw – een plafond dat de regering overwoog te schrappen. De afschaffing van de bovengrens van huurprijzen zou betekenen dat de markt min of meer vrij spel zou krijgen. Dat zou de toch al overspannen huizenmarkt voor veel woningzoekenden nog ontoegankelijker maken. De Sociaaldemocraten redeneerden ondertussen dat markthuren de stedelijke woningbouw mogelijk zouden stimuleren.

Ultimatum

De minderheidsregering van Löfven vond zijn basis in een akkoord uit 2019, Januariavtalet, met de conservatieve Centrumpartij en de Liberalen, waarin men was overeengekomen dat de huren voor nieuwbouwappartementen op beperkte schaal door de markt mochten worden bepaald. De Linkse Partij was niet betrokken bij de afspraken uit 2019 en is sterk gekant tegen het principe van marktconforme huurprijzen, en dat heeft dus uiteindelijk tot de val van de regering geleid.

Fractievoorzitter Nooshi Dadgostar van de Linkse Partij verweet de Sociaaldemocraten afstand te hebben gedaan van hun idealen en van het Zweedse model, waarin de betrokken partijen – onder wie de Vereniging van Huurders – samen onderhandelen over de huurprijs. Zij hoopte met haar ultimatum de regering te dwingen de plannen voor de markthuren los te laten, maar tevergeefs.

“Wat we vandaag doen, doen we niet lichtvaardig,” zei Dadgostar gisteren in het parlement. “We hebben er alles aan gedaan om de situatie op te lossen.” Maar toen de regering het huurplafond niet wilde garanderen, was er volgens Dadgostar geen andere keus. “Dit ligt in de lijn met wat we bij het ultimatum hebben beloofd.”

Druppelsgewijs de zaal in

Gisteren werden de coronamaatregelen bij uitzondering omzeild; in plaats van het tijdelijke maximum van 55 parlementsleden werden alle 349 leden opgeroepen deel te nemen aan de stemming in de Riksdag. Volgens een nauwgezette choreografie stiefelden de partijvertegenwoordigers druppelsgewijs naar hun plek in de zaal en na afloop weer naar buiten. Uiteindelijk stemden 181 voor de motie, 109 tegen en 51 leden onthielden zich van een stem.

Nu resten Stefan Löfven twee opties: of hij kiest ervoor af te treden, waarna de voorzitter van het parlement via onderhandelingen een nieuwe regering moet proberen te vormen, of hij kan vervroegde verkiezingen uitroepen. Die zouden dan binnen drie maanden moeten worden gehouden, omstreeks een jaar voor de geplande parlementsverkiezingen van september 2022. Löfven krijgt een week om zich over dit ingewikkelde dilemma te buigen.

-Het parool-Â