Woensdag 29 september 2021 – Vandaag zijn de slachtoffers van de aanslagen in Parijs begonnen met het vertellen van hun verhaal in het megaproces. Bij die aanslagen, op 13 november 2015, namen zwaarbewapende jihadisten een aantal locaties onder vuur, waaronder concertzaal Bataclan. Nu staan twintig verdachten terecht.

“Het was heel heftig”, zegt correspondent Eveline Bijlsma, die vandaag in de rechtszaal zat. “Je hebt allerlei verschillende soorten slachtoffers. Er zijn mensen die gewond zijn geraakt, maar ook nabestaanden, mensen van wie het hele leven overhoop ligt en gendarmes die ter plaatse moesten zijn.”

De vergeten aanslag
Op de eerste dag spreken slachtoffers van de aanslag op het Stade de France, destijds de eerste aanslag. “Het kwam wel naar voren dat die mensen verdrietig waren dat die aanslag heel vaak niet wordt genoemd”, vertelt Bijlsma. “Het gaat altijd over de terrassen, de cafés en de Bataclan. De aanslag op het stadion was er ook, maar je kunt zeggen dat hij mislukt is.”

De terroristen hadden een aanslag willen plegen in het voetbalstadion, waar toenmalig president Hollande zat, maar ze kwamen er niet in en lieten hun bomgordels dan maar buiten afgaan. Daardoor viel er ‘slechts’ één dode.

Nog altijd moeite met rolstoel
Bij het Stade de France raakten ook mensen gewond. Bilal Mokono zat met zijn zoontje in een restaurant vlak bij het stadion. Ze kregen de volle laag. Sindsdien zit Mokono in een rolstoel.

“Toen ik mijn zoontje terugvond, was ik degene die in de armen van mijn zoon zat te huilen”, vertelt Mokono vandaag in de rechtbank. Daar zijn geen camera’s bij, maar dus wel verslaggevers die de verhalen optekenen. “Mijn zoon had nog nooit zijn vader zien huilen. Zijn vader is sterk.”

Mokono is aan één oor doof en kan niet meer lopen. Dat zijn kinderen hem in een rolstoel zien, kan hij maar moeilijk accepteren.

Confrontatie met Abdeslam
Twintig verdachten staan in Parijs terecht, vooral handlangers. Alle zelfmoordterroristen gingen tijdens hun aanslag dood, op één na: de Belg Salah Abdeslam. Zijn bomgordel ging niet af. Van alle verdachten is hij de bekendste.

Bij de aanslagen kwamen 130 mensen om het leven, honderden anderen raakten gewond. Ongeveer 300 mensen zullen de komende weken spreken, namens de slachtoffers.

“Dat je zo dicht bij de verdachten zit, kan heel uitdagend zijn voor sommigen, omdat het een vorm van confrontatie is”, zegt Philippe Duperron tegen persbureau Reuters. Hij vertegenwoordigt een groep nabestaanden en verloor zelf in de Bataclan zijn zoon.

De slachtoffers en daders staan volgens Duperron niet letterlijk ‘oog in oog’ met elkaar, vanwege de opstelling in de rechtszaal. “Toch is de nabijheid voor velen pijnlijk en uitdagend”, zegt hij.

‘De explosie, het geluid, de geur’
Vandaag kwamen veel agenten aan het woord. “Eén van de terroristen vroeg mijn collega waar de McDonald’s is en zei dat ze heel mooie ogen had. Een paar seconden later was de explosie”, vertelt politieman Philippe. “De dag erna zei mijn vrouw dat ik onze kinderen erover moest vertellen. Ik zei tegen ze: jullie mogen me elk vijf vragen stellen en dat praten we er niet meer over.”

Zijn collega Pierre, een gendarme, heeft nu een post-traumatische stressstoornis. “Ik hou de explosie in mij, ik hou het geluid in mij, ik hou de geur in mij.” Veel agenten die vandaag spreken, hebben ontslag genomen.

Correspondent Eveline Bijlsma heeft alle verhalen aangehoord. “Er waren mensen in de zaal die begonnen te huilen en mensen van slachtofferhulp die dan kwamen aanrennen. Er waren ook mensen die elkaar troostten, dat was mooi om te zien. Maar vooral veel tranen, ook bij de journalisten.”

Eagles of Death Metal
Wie naar verwachting ook nog gaan spreken, zijn bandleden van de Eagles of Death Metal. Die rockband was in de Bataclan aan het optreden toen de gewapende terroristen de zaal binnendrongen.

Het megaproces gaat nog negen maanden duren.

-rtlnieuws.nl-