Zaterdag 04 september 2021- Gaan de Verenigde Staten na de terugtrekking uit Afghanistan een periode van terughoudendheid tegemoet op internationaal terrein? Dat past wel bij president Joe Biden, die liever geen buitenlandse avonturen aangaat. En het past in een al veel langer bestaande golfbeweging in het Amerikaanse interventionisme.
Dat patroon ziet er zo uit: een crisis – van Pearl Harbor tot de Iraakse inval in Koeweit en de aanslagen op het WTC in New York op 11 september 2001 – voert de binnenlandse druk hoog op. Dan wordt er ingegrepen, dat loopt soms goed en vaker slecht af, en na de terugtocht volgt een meer terughoudende periode. Tot een nieuwe crisis de binnenlandse roep om wraak of op zijn minst terugslaan weer sterker maakt dan de wens om zich afzijdig te houden van de buitenwereld.
De VS blijven een ‘buitengewoon interventionistisch land’, wat er de komende jaren ook gebeurt. Dat zegt Dominic Tierney, hoogleraar politicologie aan Swarthmore College in Pennsylvania en gespecialiseerd in internationale conflicten.
“Sinds de Tweede Wereldoorlog hebben de VS veruit het vaakst ingegrepen in andere landen, meer dan de Sovjet-Unie en veel meer dan China. Op dit moment heeft Rusland één militaire basis buiten het eigen grondgebied, in Syrië. China bouwt er ook één, in Djibouti. De VS hebben er vele honderden, in zeker 120 landen.”
In de Amerikaanse geschiedenis ziet Tierney een slingerbeweging, van meer naar minder interventies en weer terug. “Na moeilijke oorlogen en campagnes ontstaat een syndroom, de VS worden dan meer terughoudend als het gaat om inmenging in het buitenland. Dat zag je na Vietnam, na Somalië en waarschijnlijk ook na Afghanistan.”
-Het parool-