Maandag 11 oktober 2021- De grenscontrole op de Marowijne-rivier moet worden geoptimaliseerd. Momenteel moet de manschappen van het Nationaal leger met beperkte middelen werken. Er is slechts één immigratiebureau langs de Marowijne-rivier. “We hebben één boot en proberen zoveel mogelijk te patrouilleren. We proberen ook te patrouilleren met de Fransen, maar het is onmogelijk om alles op de boot te beheren en te controleren”, zei minister Krishnakoemarie Mathoera in een interview met journalisten aan het einde van de civiele operatie in Albina op vrijdag. 8 oktober.

Dagelijks vertrekken passagiersboten vanaf verschillende locaties met Frans-Guyana. Vanwege de constante stroom passagiers op de Marowijne-rivier is het raadzaam om op meerdere locaties immigratiekantoren op te zetten. “Je kunt zelf zien hoeveel boten op en neer gaan. Ik denk dat we daar mensen moeten opleiden. Het is een heel ander soort grens. Mensen moeten bewuster worden gemaakt om gevaccineerd te worden. Dat is de enige oplossing. Er is hier maar één immigratiepost. We verwachten niet dat mensen van Stoelmanseiland naar Marowijne komen om langs het immigratiebureau te komen. Dit gaat niet gebeuren”, schetst de minister.

Wat Suriname betreft, benadrukte de minister dat er langs de hele Marowijne-rivier meerdere immigratiekantoren moeten komen. Alleen dan kan de controle beter worden beheerd. De minister van Defensie zei dat het opzetten van een immigratiebureau erg duur zou zijn, vooral wat betreft huisvesting, onderhoud en administratiekosten. “We moeten nu al een oplossing vinden om het in de toekomst beter te maken.” Dit toont aan dat dit een heel ander onderwerp is dat in zijn geheel moet worden bekeken. “We moeten samenwerken om een manier te vinden om het grensverkeer veilig te regelen”, zei de minister.