Donderdag 14 oktober 2021- Fossiele brandstoffen geproduceerd door grote olievondsten in Suriname zullen in de toekomst onder druk komen te staan. Volgens Sylvano Tjong-Ahin, minister van Ruimtelijke Ordening & Milieu, moeten deze stoffen door de klimaatverandering in de loop van de jaren worden uitgefaseerd. Dit is een van de onderwerpen die Suriname naar voren heeft gebracht op de COP26-conferentie over klimaatverandering in Glasgow, Schotland. Volgens de minister is er rekening gehouden met de voordelen van de sector.
Wereldwijd zorgen natuurlijke en menselijke invloeden voor klimaatverandering. Hoewel Suriname grotendeels bebost is, hebben we nog steeds te maken met extreme weersomstandigheden. De belangrijkste resultaten gelden zowel voor dieren als voor mensen. Als Suriname niets doet, zou in deze eeuw een derde van alle dier- en plantensoorten kunnen uitsterven. De lage emissies die de natuur moeten bereiken, beperken de temperatuurstijging. De wereldwijde temperatuurstijging is momenteel 1,3%, wat volgens Tjong-Ahin vrij hoog is. Door het veelvuldig voorkomen van extreme weersomstandigheden is er een toenemende behoefte om voedseltekorten, groeiende woestijnen, warm weer en overstromingen het hoofd te bieden.
Bosbouw is verantwoordelijk voor een klein deel van de ontbossing, maar kleinschalige mijnbouw speelt nog steeds een belangrijke rol bij de schade aan dieren in het wild. Tjong-Ahin laat zien dat de klimaatlening die momenteel met TotalEnergies wordt besproken, zal worden geïnvesteerd in de bosbouwsector.