Donderdag 10 maart 2022- De regering deelt via het Onderhandelingsorgaan van de Overheid (OO) mee dat deze aanpassing van de bezoldiging een eerste fase is en dat er in juli weer een aanpassing zal komen, zoals vastgelegd in het Tripartiet Akkoord. De regering weet dat wat nu wordt gegeven nog niet voldoende is, maar dat vanwege de huidige financiële situatie geleidelijk aan de achterstand in de koopkrachtversterking zal worden ingelopen.
Alle bonden hebben hiervoor begrip getoond, maar over het tempo van inhalen van de achterstand bestond er enig verschil van inzicht. Als oplossing is gekozen voor een fase in maart en een tweede fase in juli 2022.
Ter uitvoering van het Tripartiet Akkoord van 24 november 2021 is begin februari 2022 het overleg aangevangen over een loonronde tussen het OO en de gezamenlijke vakbeweging. In het Tripartiet Akkoord is onder punt tien opgenomen dat er in januari en juli 2022, middels loonrondes, koopkrachtversterking voor de publieke sector tot stand zal komen. Om aan deze afspraken invulling te kunnen geven, heeft de regering het OO aangesteld om de onderhandelingen te voeren.
Het OO is een reeds decennialang bestaand formeel onderhandelingsorgaan dat tot taak heeft namens de regering te onderhandelen met vakorganisaties van landsdienaren over primaire en secundaire arbeidsvoorzieningen. Het OO heeft om te geraken tot overeenstemming over een loonronde onderhandeld met Ravaksur, de Moederbond, de CLO, de FOLS, BvL/ALS, OSAV, de COL, de Surinaamse Politiebond en diverse andere vakorganisaties.
Betrokken partijen hebben zich daarbij laten leiden door de beperkte staatsmiddelen voor dit moment en dat het onderhandelingsresultaat geen economische instabiliteit of inflatie teweeg mag brengen. Deze beperkte staatsmiddelen moeten bij het toekennen van koopkrachtversterking en andere compensaties ook evenwichtig gedeeld worden met andere geledingen in de samenleving waaronder de zogenaamde sociaal minderdraagkrachtigen.
De regering zal uit de beschikbare middelen, die vooral verkregen zijn middels besparingen en prudent beleid, ook rekening moeten houden met de bezoldiging van de personen die gelijkgesteld zijn aan landsdienaren. Daarnaast is er een grote groep van meer dan 20.000 gepensioneerden die vanwege de welvaartsvaste pensioenen ook in aanmerking moeten komen voor een koopkrachtvoorziening.
Uit de verschillende voorstellen die de afgelopen weken door de regering werden gedaan, is uiteindelijk besloten om boven op de bezoldiging van december 2021, toe te kennen, twee zaken:
Het OO heeft de bonden erop gewezen dat de huidige loonronde het volgende betekent:
een verhoging van de bruto-bezoldiging van gemiddeld 86 procent, waarbij de percentages variëren tussen 123 procent en 44 procent. Dat betekent dat ambtenaren een betere pensioengrondslag hebben. Dit heeft ook invloed op toelagen die in procenten van de bezoldiging worden uitbetaald en op overuurvergoedingen, vakantiegeld en gratificaties.
Niet vergeten moet worden dat straks ook voor de gepensioneerden vooruitgang wordt gerealiseerd. De netto bezoldiging gaat omhoog met een percentage dat varieert tussen vijftien procent en 25 procent, terwijl de gemiddelde verhoging 20 procent bedraagt.
Afgesproken is dat de TWK over januari en februari zal worden uitbetaald in twee tranches, namelijk de eerste over januari in maart en die van februari in april. Hierdoor wordt ook voorkomen dat te veel geld in één keer en in een korte periode in de economie terechtkomt.
De regering zal in het traject naar de tweede loonronde in juli in overleg blijven met de vakbonden, opdat benodigd cijfermateriaal en andere data vooraf reeds beschikbaar zijn en eventuele zorgpunten bij de uitvoering van gemaakte afspraken vroegtijdig kunnen worden aangepakt. De regering spreekt ten slotte haar erkentelijkheid uit over de samenwerking met de vakorganisaties om in een dialoog te geraken tot financierbare en uitvoerbare primaire arbeidsvoorwaarden.