Vrijdag 10 juni 2022 – Het is vijf voor twaalf in de Hoorn van Afrika. De inwoners hangt een enorme hongersnood boven het hoofd. Nu al sterven er mensen, alleen maar omdat ze niks te eten hebben. Het Rode Kruis vreest dat het nog veel erger wordt: “We kunnen nu al niet iedereen helpen.”
“Bij hongersnood moet je niet denken aan een paar dagen zonder eten”, zegt Maarten van Aalst, directeur van het klimaatcentrum van het Rode Kruis. Hij hoort van zijn collega’s in de regio hoe schrijnend een term als ‘hongersnood’ er in de praktijk uitziet: “Het gaat om mensen die al structureel te weinig eten hadden. Zij komen nu helemaal zonder voedsel te zitten.”
Matthew Carter zit voor het Rode Kruis in Ethiopië en ziet de problemen ontstaan. “Mensen hebben al weinig tot geen buffer. Daarom houdt iedereen z’n hart vast. Het ergste moet nog moet komen. Mensen kunnen niet nóg een klap aan.”
Van Aalst vreest voor doden. Veel doden. “Als dit zo doorgaat, dan wordt het nog erger dan de hongersnood van 2011 in deze regio.” Alleen al in Somalië stierven
toen 260.000 mensen van de honger. Vooral de kleinste kinderen overleefden het niet: de helft van de slachtoffers was onder de vijf jaar oud.
Oorzaken van de crisis
Ruim tien jaar later dreigen de landen in de Hoorn van Afrika weer in zo’n crisis te belanden. De situatie is de afgelopen tijd snel verslechterd. Naar verwachting krijgt het gebied te maken met de ergste droogte in 40 jaar tijd. Oogst op oogst mislukt. Zelf voedsel produceren is onmogelijk op de droge grond.
Voedsel zoals graan importeren uit andere landen is ook geen optie meer. Door de oorlog in Oekraïne zijn de graanprijzen geëxplodeerd. Landen als Somalië, Soedan en Ethiopië zijn arm. Die prijzen kunnen ze niet ophoesten. Door de coronacrisis is dat alleen nog maar erger geworden.
Somalië
In Somalië is de situatie het meest nijpend. Honderden mensen zijn al gestorven aan ondervoeding. Dat zijn alleen nog maar de officiële cijfers. De hongersnood dreigt inmiddels ook in opvangkampen rond de hoofdstad Mogadishu. Daar zitten juist mensen die zijn gevlucht
voor de honger. Of voor geweld. Terwijl het land kampt met grote voedseltekorten, wordt er ook nog een burgeroorlog uitgevochten.
“De opvangkampen zijn afhankelijk van hulporganisaties”, zegt Van Aalst van het Rode Kruis. Zijn collega’s proberen daar zoveel mogelijk mensen te helpen. Met de nadruk op ‘zoveel mogelijk’: “We merken nu al dat we daar niet meer iedereen kunnen helpen.”
“En dat is alleen nog maar in de kampen. Buiten de opvangkampen kunnen we grote groepen mensen met honger niet eens meer bereiken. We zien dat we als hulporganisatie tekort schieten, maar kunnen gewoonweg niet meer doen.”
Armoede
Een buffer hebben mensen in de Hoorn van Afrika niet. Ze zijn al nagenoeg alles kwijt. Matthew Carter reist voor het Rode Kruis door Ethiopië en heeft nog nooit zoveel karkassen van dieren gezien in alle jaren dat hij dit werk doet. “De droogte is veel vee al fataal geworden. Vee is één van de weinige bezittingen van de mensen hier. Ze kunnen nergens meer op terugvallen.”
Mensen hebben geen hoop meer, zegt Matthew: “Ik sprak een moeder. Haar kind moest worden behandeld vanwege ondervoeding. De behandeling sloeg aan en het ging weer wat beter. Voor nu dan. Ze hield haar hart vast voor wat komen gaat. Er wordt nog veel meer droogte verwacht.”
Hulpverlenen is moeilijk
Het Rode Kruis probeert zoveel mogelijk mensen te voorzien van ‘noodcash’: “Met een kleine hoeveelheid geld kunnen de mensen toch proberen vee of eten te kopen”, zegt Matthew Carter. “Maar het lukt niet om iedereen te bereiken.”
Door de hoge voedselprijzen kunnen mensen van het uitgedeelde geld steeds minder kopen. En het bedrag dat het Rode Kruis kan uitdelen is ook niet oneindig. Van Aalst: “Hulpverleners moeten nu al keuzes maken: wie helpen ze wel, en wie niet.”
-rtlnieuws.nl-