26 landen willen seksueel geweld tijdens de oorlog in Oekraïne aanpakken

14 July 2022

Comments: 0

Donderdag 14 juni 2022 – Er komen steeds meer verhalen naar buiten over seksueel geweld door Russische militairen in Oekraïne. Dat bewijzen en berechten blijkt echter een enorme uitdaging. Daarom vindt er vandaag een internationale conferentie plaats bij het World Forum in Den Haag, waar de focus ligt op het bestraffen van oorlogsmisdaden in Oekraïne. Zo ook seksueel geweld: “Een effectief wapen om samenlevingen kapot te maken.”

De buitenlandministers en de ministers van Justitie van 26 landen, waaronder Nederland, bezoeken vandaag de Ukraine Accountability Conference, georganiseerd door het Internationaal Strafhof en de Europese Commissie. Het doel: de waarheid over oorlogsmisdaden in Oekraïne boven water krijgen en gerechtigheid voor slachtoffers van seksueel geweld in het bijzonder.

Seksueel geweld komt voor in alle conflicten, maar het is niet altijd als eerste zichtbaar, zeggen experts. Vaak worden in dezelfde context Rwanda, voormalig Joegoslavië, Congo, Colombia en Oeganda als voorbeelden genoemd.

“Helaas is de oorlog in Oekraïne daar geen uitzondering op; deze tactiek wordt vaak gericht ingezet tegen de bevolking”, zegt professor Heleen Touquet. Zij doet onderzoek naar seksueel geweld in politieke conflicten, onder meer in Joegoslavië. Volgens Touquet vindt seksueel geweld meestal plaats in een context waarin een individu, zoals een soldaat, totale macht heeft over een ander, bijvoorbeeld een burger.

Soms voor het oog van de familie

“Russische militairen in Oekraïne gebruiken seksueel geweld als wapen om te laten zien dat niemand veilig is. Al vanaf het moment dat de oorlog in het Donetsbekken uitbrak in 2014 is er sprake van terreur”, vertelt Katrien Coppens, directeur van de Dr. Denis Mukwege Foundation. Deze organisatie zet zich in voor survivors van seksueel geweld in oorlogstijd.

De Mukwege Foundation is ook actief in Oekraïne, waar hulpverleners samen met lokale netwerken proberen te zorgen voor snellere en efficiëntere toegang tot zorg voor slachtoffers van seksueel geweld. Dat is volgens Coppens hard nodig, want de

verhalen die ze in Oekraïne van slachtoffers hoorde zijn schrijnend. Meerdere verkrachtingen, soms voor het oog van familie, met ernstige verminkingen van het lichaam tot gevolg. Coppens weet dat die verhalen slechts het topje van de ijsberg zijn.

Slachtoffers van verkrachting en ander seksueel geweld in oorlogstijd kampen vaak met een enorme schaamte, fysieke klachten en problemen met hun familie of gemeenschap. Sommigen van hen worden zelfs verstoten, terwijl ze zo snel mogelijk hulp nodig hebben. Coppens: “Het bestaansrecht van deze mensen wordt volledig onderuitgehaald.”

Op berispingen door het Kremlin hoeven ze in Oekraïne in elk geval niet te rekenen, denkt Coppens. In Rusland wordt seksueel geweld door de eigen militairen nog altijd ontkend. De directeur verwijst naar Boetsja, waar 25 vrouwen in een kelder zijn verkracht door Russische soldaten. Die militairen kregen later van de Russische president Vladimir Poetin een speciale eremedaille wegens “moed” en “bescherming van het vaderland”. Coppens: “Choquerend. Er komt geen enkel signaal vanuit Moskou dat deze oorlogsmisdaden bestraft worden.”

Bestraffen op internationaal niveau lijkt onmogelijke klus

Ook in internationale context is het lastig om individuen strafbaar te stellen voor verkrachtingen en andere vormen van seksueel geweld tijdens dit conflict. Het Internationaal Strafhof heeft sinds de oprichting in 2002 twee prominenten vervolgd voor seksueel geweld: een Congolese warlord en een Oegandese commandant.

De reden daarvoor is volgens Touquet dat het vinden van bewijs meestal een complexe taak is. Aan de ene kant moet er zo snel mogelijk forensisch materiaal verzameld worden, aan de andere kant moeten onderzoekers in gesprek met slachtoffers – als die al naar voren durven te komen. Dat vergt tijd. “Daarbij zie je in conflicten dat de prioriteit niet altijd ligt bij het documenteren van seksueel geweld.”

En al zou de focus verschoven worden, dan is er nog het probleem dat Rusland het Internationaal Strafhof niet erkent. Oorlogsmisdaden kunnen alleen door het Strafhof worden berecht wanneer een van de twee landen daarbij is aangesloten.

Eerder erkende Rusland wel het Statuut van Rome, de basis van het hof, maar president Poetin maakte daar in 2016 een einde aan. Oekraïne is ook geen lid, maar werkt wel mee aan de onderzoeken.

Een speciaal Ruslandtribunaal (vergelijkbaar met het Joegoslaviëtribunaal) is onwaarschijnlijk door de vetostem die Rusland heeft in de Verenigde Naties. Dan is er nog de mogelijkheid dat landen zelf vervolgen. Zo zijn er in Oekraïne al processen begonnen: hoofdaanklager Iryna Venediktova is op dit moment bezig met de vervolging van tientallen Russische militairen, duizenden zaken worden nog onderzocht. Iedere dag krijgt Venediktova honderden meldingen binnen van misdaden.

Aandacht en erkenning voor de slachtoffers

Of de conferentie vandaag verschil kan maken en kan bijdragen aan gerechtigheid voor de slachtoffers in Oekraïne, zal nog moeten blijken. Het is in elk geval van groot belang dat zij beschermd worden gedurende de onderzoeken, vindt zowel Touquet als Coppens.

De internationale opstelling geeft volgens Coppens hoe dan ook een belangrijk signaal aan slachtoffers dat er nu al veel aandacht naar het straffen van daders uitgaat. Dat kan voor meer erkenning zorgen, zeker als er een gerichte aanpak uit voortkomt. “We hopen dat deze aandachtige houding de nieuwe standaard wordt, zodat dezelfde verontwaardiging en doortastendheid ook plaatsvindt in andere conflicten.”

-nu.nl-