Hoe NASA blijft ‘praten’ met Voyager-sondes op miljarden kilometers afstand

8 August 2022

In: Nieuws
Comments: 0

Ruimtesondes Voyager 1 en Voyager 2 werden 45 jaar geleden gelanceerd en zweven nu op miljarden kilometers afstand van de aarde. De Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA houdt tot op de dag van vandaag contact met de apparatuur, ondanks het zeer zwakke signaal.

Het is bijna niet voor te stellen, maar Voyager 1 en 2 zweven op dit moment op respectievelijk zo’n 23,5 miljard kilometer en 19 miljard kilometer afstand van de aarde.

Er zijn geen andere door mensen gemaakte objecten die zich verder weg bevinden. En de sondes zweven maar voort door het donkere heelal; dichterbij komen ze nooit meer.

Dat NASA nog steeds regelmatig in contact staat met de sondes is dan ook vrij bijzonder. Om de uitwisseling van data in stand te houden, maakt de organisatie gebruik van radiosignalen. Vanaf de aarde wordt een signaal verzonden, dat er ruim 21,5 uur over doet om bij Voyager 1 aan te komen. Een signaal bereikt Voyager 2 na achttien uur.

Gevoelige antenne registreert het zwakste signaal

De Voyagers zijn uitgerust met gevoelige antennes die signalen kunnen opvangen. Als het contact eenmaal is gelegd, sturen de sondes data terug met een signaal van 20 watt. Dat signaal wordt tijdens de reis naar de aarde zwakker en zwakker. Eenmaal hier aangekomen is het radiosignaal nauwelijks meer waarneembaar.

Daarom staan op de aarde gigantische ontvangers die zo gevoelig zijn, dat ze zelfs het zwakste signaal kunnen onderscheiden van ruis eromheen. NASA gebruikt haar Deep Space Network om te praten met de sondes. Op drie plekken op de aarde staan centra met zeer krachtige radiozenders en gevoelige ontvangers die samen het netwerk vormen.

De centra staan in Madrid (Spanje), Goldstone (VS) en Canberra (Australië). Ze zijn verspreid over die locaties omdat dan altijd contact mogelijk is met de ruimtesondes, ongeacht hoe de aarde gedraaid is. Ook staan de schotels in

afgelegen gebieden, zodat het ontvangstsignaal zo min mogelijk wordt verstoord door omgevingsgeluiden.

Komende jaren raken we het contact kwijt

Technisch gezien zou het mogelijk zijn de Voyagers op deze manier nog decennia te volgen. Maar toch verliezen we ergens in de komende paar jaar contact met de sondes.

Dat komt doordat de energie van de sondes opraakt. Ze zijn uitgerust met een nucleaire batterij die niet wordt bijgeladen. Het had geen zin om de Voyagers met zonnepanelen uit te rusten, omdat de apparaten te ver buiten het stralingsbereik van de zon reizen om op te kunnen laden.

De afgelopen jaren schakelde NASA op afstand verschillende instrumenten uit, zoals camera’s, om zo spaarzaam mogelijk met de sondes om te gaan.

Maar na 45 jaar komt het einde van de Voyager-missies, waarvan in 1977 werd gedacht dat ze het vijf jaar zouden volhouden, toch echt in zicht. Na het laatste contact zullen de sondes eindeloos verder zweven door het heelal, maar zal NASA er nooit meer iets van horen.

-nu.nl-