Duizenden Haïtianen namen maandag deel aan bijeenkomsten in het Caribische land om te protesteren tegen de ongebreidelde misdaad en de stijgende consumentenprijzen. Dit, nadat de Centrale Bank meldde dat de inflatie het hoogste punt in tien jaar heeft bereikt.
Demonstranten richtten brandende barricades op in onder meer de hoofdstad Port-au-Prince.
Sommigen zeiden dat ze boos waren over de groeiende schaarste aan benzine en diesel, waardoor sommige bedrijven hun deuren zouden moeten sluiten. Jean Baden Dubois, de gouverneur van de Centrale Bank van Haïti, zei dat de economie dit jaar waarschijnlijk met 0,4% zal krimpen, na een scherpe depreciatie van de nationale munt, de gourdes.
De demonstraties vielen samen met de verjaardag van een slavenopstand in 1791 die in 1804 een lange strijd voor de onafhankelijkheid van Haïti van Frankrijk veroorzaakte. Er waren demonstraties in steden als Cap-Haïtien, Petit-Goave en Jacmel, velen droegen rode shirts met het woord ‘endepandans’ of ‘onafhankelijkheid’.
Door chronisch bendegeweld is een groot deel van het grondgebied van het land buiten de controle van de regering gebleven, en uitbraken van bloedige veldslagen tussen rivaliserende bendes hebben geleid tot honderden doden en duizenden ontheemden. Haïtianen hebben de afgelopen weken ook moeite gehad om brandstof te vinden, waardoor sommigen niet in staat waren om te werken. Volgens bronnen zijn de brandstofvoorraden van het land opgeraakt, omdat brandstofimporteurs moeite hebben om dollars van de Centrale Bank te verkrijgen.