Het goud dat blinkt op de Gouden Koets komt uit Suriname, blijkt uit onderzoek. Daarmee is volgens het Amsterdam Museum een mysterie opgelost.
Het omstreden koninklijke rijtuig werd de afgelopen tijd op initiatief van het museum onderzocht en de uitkomst daarvan bevestigt wat in Suriname al generaties lang wordt gezegd: het bladgoud waarmee de koets is verguld – en waar hij zijn naam aan te danken heeft – komt uit de voormalige Nederlandse kolonie.
Archieven verloren geraakt
Na een restauratie van ruim vijf jaar was de Gouden Koets onlangs te zien in het Amsterdam Museum. In de bijbehorende tentoonstelling was ook aandacht voor de bouw van de koets. Volgens conservator Annemarie de Wildt wilden de makers destijds dat de koets het hele toenmalige Koninkrijk der Nederlanden representeerde.
Ze maakten onder meer gebruik van leer uit Brabant, hout uit Java en ivoor uit Sumatra. Suriname leek echter niet vertegenwoordigd en dat riep vragen op, zegt de conservator. Mogelijke archieven met meer informatie hierover zijn volgens het museum verloren geraakt.
Looddeeltjes door luchtverontreiniging
Het onderzoek was een flinke klus omdat het goud van de koets veel looddeeltjes bevatte door luchtverontreiniging waaraan het rijtuig in de loop der jaren was blootgesteld. Volgens Gareth Davies, hoogleraar Petrologie aan de VU die het onderzoek leidde, moesten miljarden deeltjes lood eerst worden verwijderd. Deze klus duurde vier maanden.
Het team vergeleek vervolgens het bladgoud met door Naturalis verstrekte monsters goud uit diverse regio’s in Zuid-Afrika en Suriname, die als mogelijke herkomst werden gezien. Davies zegt dat het goud van de koets het meest lijkt op dat uit een goudmijn aan de Surinamerivier.
Conservator De Wildt vindt dat aannemelijk, aangezien er in de tijd dat het rijtuig werd gemaakt, in deze omgeving veel goud werd gedolven.
-rtlnieuws.nl-