Premier Mark Rutte heeft dinsdag met Surinaamse slavernijorganisaties gesproken over eventuele excuses namens Nederland voor het slavernijverleden en herstelbetalingen. De instanties zien het gesprek als een eerste stap, laten ze in een reactie aan NU.nl weten. “Hij heeft geluisterd en inzicht verkregen”, zegt voorzitter Johan Roozer van het Nationaal Comité Herdenking Slavernijverleden. Voorzitter Armand Zunder van de Nationale Reparatie Commissie Suriname (NRCS) vult Roozer aan: “Wij moeten nu doorgaan met het proces om hem nog verder te informeren.” Rutte vond het een “goed en indringend gesprek”, laat de premier na zijn tweedaagse werkbezoek aan Suriname via een woordvoerder aan NU.nl weten.
De premier wilde eerst met de twee instanties in gesprek, voordat Nederland eventueel excuses aanbiedt voor het slavernijverleden. De beide slavernijorganisaties vonden dat verstandig. De gemeenten Amsterdam, Rotterdam en Utrecht boden excuses aan zonder overleg met Suriname. De twee Surinaamse slavernijorganisaties noemden de aanpak van de drie grote steden een voorbeeld van een eenzijdige Europese blik. Ze willen dat Suriname meedoet aan de voorbereidingen op eventuele excuses door de Nederlandse Staat.
Ook herstelbetalingen kwamen aan bod
NRCS is voorstander van herstelbetalingen voor het slavernijverleden van Nederland in Suriname. Dat heeft de organisatie Rutte ook laten weten tijdens het gesprek. “Wij denken aan miljarden”, zegt Zunder. Het geld moet niet direct worden uitgekeerd, maar als fondsen in projecten worden geïnvesteerd. Voorbeeldprojecten zijn volgens de NRCS-voorzitter het geschikt maken van voormalige plantages voor toerisme en sociale woningbouw in Suriname. Ook moet via herstelfondsen de Surinaamse geschiedenis vanuit Surinaams perspectief worden geschreven. Vervolgens moet dat de basis worden voor een nieuw op te zetten onderwijsprogramma.
Excuses voor Nederlands slavernijverleden komen steeds dichterbij
Het kabinet was er in 2020 geen voorstander van om excuses aan te bieden voor het Nederlandse slavernijverleden. Die zouden leiden tot polarisatie in de samenleving, zei Rutte toen. Tijdens de nationale herdenking van de slavernij in 2022 zei minister Franc Weerwind (Rechtsbescherming): “2023 zal het jaar zijn waarin we de verandering waar we zo lang mee bezig zijn duurzaam gaan verankeren.” Weerwind beloofde ook dat het kabinet nog voor 2023 met een reactie komt op het rapport Ketenen van het Verleden. Daarin roept het Adviescollege Dialooggroep Slavernijverleden de Nederlandse Staat ertoe op excuses aan te bieden voor zijn Nederlandse slavernijverleden. Rutte zei in september 2022 dat er erkenning van het leed van tot slaaf gemaakten moet komen. Hetzelfde geldt volgens het kabinet voor de erkenning dat het slavernijverleden doorwerkt in het heden.
Rutte slaat sinds 2020 andere toon aan over slavernijverleden
Ruttes standpunt over het slavernijverleden is sinds 2020 veranderd. In dat jaar zei hij dat excuses voor het slavernijverleden zouden leiden tot een tweedeling in de Nederlandse samenleving. In september van het jaar daarop zei hij in een Kamerdebat nog dat hij persoonlijk worstelde met het aanbieden van excuses voor de Nederlandse wandaden rond slavernij. Maar dinsdag zei de premier op een werkbezoek in Suriname dat er erkenning van het leed van tot slaaf gemaakten moet komen. “De premier is blijkbaar een snelle leerling”, zegt Zunder daarover. “Binnen een jaar tijd heeft hij door zich te laten inlichten zijn standpunten aangepast.”
-nu.nl-