Nadat het Nationaal Coördinatie Centrum voor Rampenbeheersing, NCCR, op 13 oktober door de Maritieme Autoriteit op de hoogte werd gebracht dat er olievlekken waren geconstateerd op de Surinamerivier is het NCCR er samen met de kustwacht gaan kijken. Er is toen meteen geïdentificeerd vanwaar de oilspill is ontstaan, waar deze aan land is gekomen en waar het is blijven plakken. Hiervoor is het bedrijf Jankie & Zonen in de arm genomen.

Dit bedrijf heeft de drijvende olie op het water opgeruimd. Met overige deskundigen zal worden gekeken hoe de aanplak op de oever en op ander meubilair in het water, z.a. aanmeerposten, die ook vervuild zijn, zullen worden schoongemaakt. Dit heeft de olievlek verminderd. “Het is van zeer groot belang dat wij de communicatie die wij reeds gestart zijn met de gemeenschap dit ook voortzetten”, geeft kolonel Slijngaard aan, “Wij kunnen de gemeenschap dan ook aangeven wat de resultaten zijn geweest van de onderzoeken die het NCCR heeft uitgevoerd en wat de volgende stappen zullen zijn.” Na het zien van de hoeveelheid olie die in het water is terecht gekomen is geprobeerd om een groot deel hiervan zo goed als mogelijk op te ruimen.