In verschillende steden in Peru is geprotesteerd tegen de regering van president Pedro Castillo. Castillo noemde eerder iedereen die tegen zijn regering is “vijanden van het volk”. Zij droegen Peruaanse vlaggen en borden met anti-regeringsleuzen. Die waren vooral gericht tegen de stijgende brandstof- en voedselprijzen. Oppositiepartijen wilden hem toen afzetten wegens “morele onbekwaamheid”, maar een voorstel daartoe haalde geen meerderheid.
De betogers eisen dat de linkse Castillo, tegen wiens regering een corruptieonderzoek loopt, vertrekt. In de hoofdstad Lima trokken betogers naar het regeringsgebouw. Bij die demonstraties zouden vier doden zijn gevallen. Hier en daar leidde het protest tot opstootjes tussen demonstranten en de oproerpolitie. De socialistische Castillo werd vorig jaar gekozen als president van Peru. “We zien dat de regering betrokken is bij corruptie en het congres reageert niet”, zei één van de organisatoren van de protestmars tegen persbureau Reuters. Die zette traangas in om de betogers te verspreiden.
Eerder dit jaar waren ook al hevige protesten in het Zuid-Amerikaanse land. De voormalige basisschooldocent en vakbondsleider voerde campagne met de slogan ‘geen armoede meer in een rijk land’. Inmiddels is zijn populariteit echter flink gedaald. Hij overleefde al twee afzettingsprocedures, de laatste was in maart.
-NOS-