De gevangenis in Vught heeft onlangs brieven van en aan Ridouan Taghi geweigerd te bezorgen uit vrees voor gecodeerde berichten. Het gaat om een briefwisseling tussen Taghi en de veroordeelde terrorist Mohammed B. Een andere brief was volgens EenVandaag afkomstig van de Utrechtse tramschutter Gökmen T.
Volgens het Openbaar Ministerie is het goed mogelijk dat verwijzingen naar Koranteksten in de brieven versluierde boodschappen bevatten. De directeur van de Penitentiaire Inrichting Vught stelt dat zulke communicatie binnen de gevangenis voorkomen moet worden.
Taghi had een klacht ingediend tegen de beslissing om de brieven niet te bezorgen. De Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming wees dat verzoek vorige week in een voorlopige uitspraak af. Taghi mag wel nieuwe brieven sturen en ontvangen. De gevangenis kijkt vervolgens per brief of de inhoud ervan het toelaat dat die brief bezorgd wordt.
Volgens de huidige wet mag bepaald contact tussen gevangenen die mogelijk misdaden beramen worden gestopt. Maar dat mag pas als is gebleken dat bijvoorbeeld brieven ontoelaatbare inhoud bevatten, zei minister Franc Weerwind (Rechtsbescherming) vorige maand. Die brieven moeten dan wel eerst worden gelezen. Taghi deelde de brieven die hij aan de veroordeelde terrorist Mohammed B. stuurde eind september met enkele media, waaronder NU.nl. De man die onlangs levenslang tegen zich hoorde eisen, wilde hiermee zeggen dat er in de brieven geen sprake is van verhulde boodschappen.
-nu.nl-