Ook burgers moeten in de toekomst gaan betalen voor hun CO2-uitstoot. De Europese industrie, die dat deels al moet doen, krijgt te maken met hogere uitstootkosten, en bedrijven van buiten Europa gaan aan de grens betalen voor hun uitstoot. Het geld dat hiermee wordt opgehaald kan worden besteed aan klimaatplannen. Over deze drie voorstellen, bekend onder de namen environmental tobacco smoke (ETS), Carbon Border Adjustment Mechanism (CBAM) en het Sociaal Klimaatfonds, worden dit weekend in Brussel als het goed is knopen doorgehakt.
De Europese Unie heeft met zijn Fit for 55-pakket ambitieuze klimaatplannen: voor 2030 moet de CO2-uitstoot met 55 procent naar beneden. De EU wil dat doen door middel van CO2-certificaten: een bedrijf mag alleen CO2 uitstoten als het daar de rechten voor heeft. Dit emissiesysteem wordt gezien als de ruggengraat van het Europese klimaatbeleid.
Brussel wil dat ook burgers gaan betalen voor de uitstoot die vrijkomt bij wegtransport en het verwarmen van huizen. De Europese Unie (EU) wil dit gaan doen door ook voor gebouwen en voertuigen een emissiehandelssysteem in te voeren, waarbij de tankstations en de energiemaatschappijen voor hun klanten CO2-rechten moeten hebben. Die kosten rekenen ze door aan hun klanten.
In Brussel wordt komende dagen daarnaast gesproken over het handelen in CO2-certificaten, ook wel bekend als emissiehandelssysteem ETS (zie de afbeelding hieronder). Elk jaar bepaalt de EU hoeveel er van die zogeheten CO2-certificaten (elk voor een ton uitstoot) verdeeld mogen worden onder de industrie. De hoeveelheid rechten die er worden uitgedeeld, wordt elk jaar minder, zodat de Europese uitstoot naar beneden gaat.
Bedrijven mogen handelen met die rechten, vandaar de naam emissiehandelssysteem. Produceert een bedrijf zuinig, kan dat bedrijf de overige certificaten verkopen aan vervuilende bedrijven die juist extra rechten nodig hebben. Zuinige bedrijven zijn voordeliger uit en zo is er een financiële prikkel om duurzaam te gaan produceren.
In Nederland vallen zo’n 400 bedrijven onder het ETS-systeem, gezamenlijk verantwoordelijk voor ongeveer de helft van de uitstoot in Nederland. Doordat bedrijven in Europa extra moeten betalen voor hun uitstoot, zijn hun producten duurder dan die van bedrijven van buiten Europa. Door deze oneerlijke concurrentie zouden bedrijven ervoor kunnen kiezen om Europa te verlaten. Daarom kreeg de vervuilende industrie een deel van zijn rechten gratis en ontving ze subsidies. Daarmee werd de financiële prikkel om te verduurzamen deels tenietgedaan.
Zodra vervuilende bedrijven van buiten Europa hun spullen in Europa willen verkopen, betalen ze aan de grens voor hun CO2-uitstoot. De gratis rechten en subsidies kunnen pas worden afgebouwd zodra de CO2-belasting voor niet-Europese bedrijven ingaat. De meeste lidstaten staan hier overigens niet negatief tegenover de emissiehandelssystemen, omdat de plannen ook extra geld voor de schatkist betekenen. Zo kan het de kosten van ETS2 voor de kwetsbare burger dus weer drukken.
Drie commissies overleggen dit weekend met elkaar wanneer wat zal ingaan en hoe de plannen op elkaar aansluiten.
-nos.nl-