De belangrijke Apple-leverancier Foxconn versoepelt de meeste van de coronamaatregelen in zijn grootste iPhone-fabriek in de Chinese stad Zhengzhou. Daar liep de iPhone-productie onlangs averij op na onrust onder medewerkers, waarvan er tienduizenden zijn vertrokken. Foxconn verplicht medewerkers in Zhengzhou niet langer hun verplaatsingen tussen slaapzalen en de campus te beperken. Ook gaan de kantines van het bedrijf weer open. De sluiting daarvan leidde eerder tot voedseltekorten.
Werknemers kwamen vervolgens ook in opstand tegen het schenden van loonafspraken door Foxconn, waarvoor het bedrijf later zijn excuses aanbood. In ‘iPhone City’ werken in totaal zo’n 200.000 mensen. In het complex worden ongeveer 70 procent van alle iPhones in elkaar gezet, waaronder de duurste modellen iPhone 14 Pro en Pro Max. Dat zijn de populairste twee van de vier nieuwe iPhones, terwijl de verkoop van de twee reguliere iPhone 14’s tegenvalt.
Apple is voor de assemblage van zijn apparaten nu nog erg afhankelijk van China. Het Amerikaanse bedrijf is wel bezig een deel van de productie te verplaatsen naar andere landen, vooral naar India en Vietnam. Zo investeerde Foxconn onlangs miljarden in de bouw van nieuwe fabrieken in India. Ook wil het bedrijf de komende twee jaar zijn personeelsbestand van de huidige Indiase iPhone-fabriek verviervoudigen.
-rtlnieuws.nl-