De besprekingen betreffende de justitiële samenwerking tussen Suriname en Nederland worden gestaag voortgezet. Op dinsdag 20 december is er een onderhoud geweest tussen minister Kenneth Amoksi van Justitie en Politie en de Nederlandse minister voor Rechtsbescherming, Franc Weerwind.
Tijdens de bespreking is er van gedachten gewisseld over het gevangeniswezen; ondersteuning bij de aanpak van corruptie; mensenrechten en zaken de bilaterale samenwerking rakende. Bij dit laatste betreft het verdragen tot uitlevering dan wel dat in Nederland of Suriname veroordeelde ingezetenen hun straf eventueel in het land van herkomst zouden kunnen uitzitten. In dezelfde lijn hebben de functionarissen ook gesproken over hoe ingezetenen, die in één van de twee landen zijn gevonnist maar met gezondheidsproblemen te kampen hebben, naar hun land zouden kunnen worden overgebracht. Hier zal ook het ministerie van Volksgezondheid bij worden betrokken.
Verder is de steun van Nederland bij zowel reclassering als wetgeving en het Makandra-project onderwerp van gesprek geweest. Hierbij is nagegaan hoe zaken efficiënter kunnen lopen. Hij zegt dat deze periode van werkbespreking het verkrijgen van technische ondersteuning en capaciteitsversterking voor het ministerie van Justitie en Politie betekent. Minister Amoksi: “We kijken naar andere modellen zodat Nederland ons fysiek ondersteunt, maar ook naar materieel en middelen.”
De bewindsman voegt eraan toe dat de garantie en aanpak van de rechtsbescherming ertoe moeten leiden dat het ministerie naar een hoger niveau gaat; één waarbij er een betere samenwerking gerealiseerd kan worden en het departement de Surinaamse gemeenschap tevens beter van dienst kan zijn.