Op 2 december viert de Pan-Amerikaanse Gezondheidsorganisatie (PAHO) haar verjaardag als ‘s werelds oudste internationale volksgezondheidsorganisatie alsook 12 decennia van werkzaamheden ter bevordering van de gezondheid en het welzijn in de gehele regio van Amerika. Op deze dag in 1902 kwamen 11 landen bijeen op de eerste algemene internationale sanitaire conventie van de Amerikaanse republieken en richtten zij het Internationaal Sanitair Bureau op, als doel, de verspreiding van gele koorts over de grenzen in een tijd van snelle uitbreiding van het zeevervoer aan te pakken. Sindsdien heeft de PAHO onvermoeibaar gewerkt om ziekten te bestrijden, het leven te verlengen en de lichamelijke en geestelijke gezondheid van alle mensen in de Pan-Amerikaanse regio te bevorderen en niemand achter te laten.

“Nu onze regio bijna drie jaar na de Covid-19 pandemie, die enkele van onze meest opvallende ongelijkheden op gezondheidsgebied aan het licht heeft gebracht, uit het dal begint te klimmen, ben ik er nog nooit zo van overtuigd geweest dat de oprichting van de PAHO 120 jaar geleden een daad van ongelooflijke vooruitziendheid was,” zei PAHO-directrice Carissa F. Etienne.

“Vandaag werkt de organisatie nog steeds samen met landen onder het leidende beginsel dat gezondheid geen voorrecht is maar een fundamenteel mensenrecht,” voegde zij eraan toe. In de afgelopen 120 jaar heeft PAHO Amerika geleid door als eerste regio in de wereld pokken en poliomyelitis uit te roeien en de overdracht van rodehond en neonatale tetanus te elimineren. De organisatie heeft ook een sleutelrol gespeeld bij het bereiken van een stijging van de gemiddelde levensverwachting in de regio met 30 jaar, alsmede een aanzienlijke vermindering van de kindersterfte en een uitbreiding van de dekking van de gezondheidszorg onder arme en kwetsbare bevolkingsgroepen.