Bij de Russische aanvallen op de zuidelijke Oekraïense stad Kherson zaterdag zijn dertien doden gevallen. In de gelijknamige regio vielen nog eens drie doden doordat een landmijn explodeerde toen hulpverleners de omgeving landmijnvrij wilden maken.
De Oekraïense autoriteiten meldden zaterdag nog tien dodelijke slachtoffers. Zij beschuldigden de Russen van massale artilleriebeschietingen van het centrum van de stad.
President Volodymyr Zelensky van Oekraïne veroordeelt de aanvallen als een “daad van terreur”. De aanvallen zijn niet gericht op militaire faciliteiten, meldt hij op Telegram. Volgens hem zijn de beschietingen “moorden omwille van intimidatie en plezier”.
Half november heroverden Oekraïense troepen onder meer de stad Kherson, het administratieve centrum, en kleinere nederzettingen in de regio. Sindsdien zijn er explosievenexperts aan het werk, omdat Russische troepen er veel mijnen zouden hebben neergelegd. Bij die werkzaamheden zijn zaterdag drie mensen om het leven gekomen.
Russen raken door hun raketten heen
Rusland bedient zich al maanden van grootschalige raketaanvallen op Oekraïense steden. Daardoor raken ze volgens het Britse ministerie van Defensie wel door hun raketten en munitie heen, meldden de Britten zaterdag.
Het Kremlin heeft het aantal aanvallen met langeafstandsraketten op de Oekraïense infrastructuur “waarschijnlijk beperkt tot ongeveer één per week vanwege de beperkte beschikbaarheid van kruisraketten”, zeggen de Britten. De voorraad artilleriemunitie van de Russische strijdkrachten is volgens hen mogelijk niet groot genoeg om grootschalige offensieve operaties mogelijk te maken.