Het besluit van het Amsterdamse gerechtshof dat de 19.5 miljoen euro terug moet worden gegeven aan de Surinaamse handelsbanken is niet direct ter uitvoerlegging. Deze uitleg gaf Aldo Verbruggen, één van de raadsmannen van de handelsbanken, betrokken in deze kwestie. Hij zei dit naar aanleiding van het feit dat het Nederlandse Openbaar Ministerie binnen twee weken in cassatie kan gaan. Na die periode kan duidelijk gemaakt worden wat het eind besluit is over deze kwestie. Ondanks deze juridische mogelijkheid van het OM, verwacht de advocaat dat het OM niet veel zal halen tijdens de cassatie. Verbruggen motiveert dat de beslissing van het Hof goed beargumenteerd is.
De drie handelsbanken in deze kwestie zijn De Surinaamsche Bank (DSB), Fina Bank en de Hakrinbank. In zijn eerste reactie gaf directeur Eblein Frangie van de Finabank aan dat de bank content is met dit besluit. Hij benadrukte dat dit de tweede keer is dat de Nederlandse rechtbank een juridisch besluit in het voordeel van de Surinaamse banken heeft genomen. Frangie bevestigt dat deze uitspraak goed is gedetailleerd en geformuleerd. Hiermee is volgens de bankdirecteur opnieuw bewezen dat de Surinaamse banken niet meedoen aan witwaspraktijken.
Het is nu een kwestie van afwachten om te zien als het Nederlandse Openbaar Ministerie binnen twee weken in Cassatie gaat.