Twee in Amsterdam gevestigde olieterminals slepen de Inspectiedienst Leefomgeving en Transport (ILT), het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en de Nederlandse staat voor de rechter. Ze zijn het niet eens met het exportverbod van schadelijke brandstoffen naar lagelonenlanden in onder meer West-Afrika. Die mogen, als ze niet voor de Europese markt zijn bedoeld, meer zwavel, benzeen en mangaan bevatten, stoffen die in deze hogere hoeveelheden schadelijker zijn voor het milieu en de gezondheid dan in Nederland is toegestaan. Twee terminals, Zenith en Exolum, leggen zich daar niet bij neer, blijkt nu.
âMaar dat is niet het punt. De wet milieubeheer, waar de Inspectiedienst Leefomgeving en Transport (ILT) zich op beroept, stelt dat daar een wetgevingsprocedure voor moet worden doorlopen, en dat is niet gebeurdâ. De Inspectiedienst Leefomgeving en Transport (ILT) maakt al langer een punt van de export van schadelijke brandstoffen naar lagelonenlanden. Want waar brandstoffen in Europa de afgelopen 50 jaar steeds minder vervuilend werden, om luchtvervuiling tegen te gaan, gebeurde dit in lagelonenlanden minder of nog niet.
In de periode 2017-2020 exporteerde Nederland per jaar gemiddeld 8,9 miljard liter benzine naar Afrikaanse landen en 3,5 miljard liter diesel. Hierdoor zou de Inspectiedienst Leefomgeving en Transport (ILT) na 1 april 2023 niet handhavend kunnen optreden tegen bedrijven die nog brandstoffen exporteren die niet voldoen aan de aangescherpte kwaliteitseisen. De Landsadvocaat, die de staat vertegenwoordigt voor de rechter, wil niet inhoudelijk op de zaak ingaan.
-rtlnieuws.nl-