Meer dan honderd Indiase parlementariërs hebben gisteren geprotesteerd tegen wat zij zien als het verval van de democratie. Met vlaggen gingen ze in de hoofdstad New Delhi de straat op. De regering gebruikt volgens hen overheidsmiddelen voor het intimideren van de oppositie. De beschuldigingen komen niet uit het niets. In de aanloop naar de parlementsverkiezingen van volgend jaar tolereert de hindoe-nationalistische regering van premier Modi steeds minder tegenspraak. Ook was er onlangs een Amerikaans onderzoek waarin India’s rijkste zakenman Gautam Adani, een goede vriend van Modi, werd beschuldigd van grootschalige fraude.
Ondertussen richt de premier zijn pijlen op oppositieleider Rahul Gandhi, die aanhoudend vragen stelt over corruptie in de kringen rond Modi. Het komt allemaal neer op ongewenste aandacht voor een regering die in 2024 met een overweldigende meerderheid herkozen wil worden. Volgens één van India’s bekendste schrijvers Arundhati Roy, een vooraanstaand criticus van de overheid, is het hoog tijd dat de omschrijving van India als “grootste democratie ter wereld” de ijskast in gaat. “Wat is er nog over van één democratie als er geen oppositie meer is, iedereen met kritiek gevangen wordt gezet en de rest uit angst zijn mond houdt?”, zegt ze in een telefoongesprek met de NOS.
“De aanval op de BBC toont dat deze overheid bereid is om vrije media in India een laatste klap toe te dienen”, zegt Anuradha Bhasin, hoofdredacteur van de krant Kashmir Times. India probeert zo een jarenlange, bij tijden gewelddadige, onafhankelijkheidsstrijd de kop in te drukken. Op een oktoberavond in 2020 terwijl de redactie aan het werk was om de krant voor de volgende dag te maken, werd het hoofdkantoor plotseling binnengevallen. De overheid gebruikt de rechtszaken, die in India vaak moeizaam en bureaucratisch verlopen, als een wapen op zichzelf, ziet ook schrijver Arundhati Roy. “Kashmir is als een laboratorium voor repressie in allerlei vormen.” Ook zou hij volgend jaar geen kandidaat kunnen zijn bij de parlementsverkiezingen.
Volgens Roy is Modi niet zozeer bang voor Gandhi’s politieke slagkracht. De premier is veel populairder dan de jongste telg uit de roemruchte Nehru-Gandhi-dynastie. “Maar hij vreest de imagoschade die hij oploopt als Gandhi in het parlement vragen blijft stellen over de verhoudingen tussen Modi en Adani.” Honderden miljoenen Indiërs kiezen volgend jaar tussen april en mei een nieuw parlement.
-nos.nl-