Het gebeurt iedere dag wel tien tot vijftien keer ergens op de wereld: iemand stapt op een landmijn. Vaak met verminking of de dood tot gevolg en dit lang niet alleen in landen waar oorlog heerst. Zo maken mijnen ook nog slachtoffers in bijvoorbeeld Cambodja waar al decennialang niet meer wordt gevochten.
Waar liggen deze ‘sluipmoordenaars’ en wat zijn de gevolgen van al die mijnen?
Landmijnen worden op of onder de grond geplaatst en exploderen als een persoon, dier of voertuig ze tegen ze aankomt of erop stapt. “Dat is meteen het grootste probleem”, zegt Roos Boer, projectleider humanitaire ontwapening bij vredesorganisatie Pax: “De mijn maakt geen onderscheid tussen militairen of burgers, met groot menselijk leed tot gevolg.”
Volgens de laatste cijfers uit 2022 waren burgers in 75 procent van de gevallen het slachtoffer. De helft waren kinderen. Rond de zestig landen kampen met een landmijnprobleem.
Op het slagveld worden landmijnen gebruikt om de vijand uit een gebied te weren. Ze zijn in dat geval goedkoper dan de inzet van soldaten. “Een perfecte soldaat”, zei Paul Jefferson ooit over de landmijn.
“Altijd moedig, slaapt nooit en mist nooit.” Jefferson was één van de eerste humanitaire ontmijners.
De militaire voordelen wegen volgens Roos Boer niet op tegen het grote aantal burgerslachtoffers.
“Anders was het internationale landmijnenverdrag niet door zoveel landen ondertekend”, benadrukt ze.
De landen die worstelen met landmijnen en het hoge aantal slachtoffers elk jaar suggereert dat het verdrag niets meer is dan een druppel op een gloeiende plaat. “Dat beeld klopt niet”, legt Boer uit.
“De situatie voor de ondertekening in 1997 was veel ernstiger. Het aantal landmijnen en slachtoffers is sindsdien drastisch afgenomen. De laatste zeven jaar zien we echter dat de situatie weer verergert.” Dat door met name het conflict in Jemen en de oorlog in Oekraïne, waar volgens Human Rights Watch door zowel Rusland als Oekraïne landmijnen worden ingezet.
De mijnen liggen verscholen op akkers, voetpaden, langs grenzen, rondom scholen en in woongebieden. Naast doden en gewonden leiden de mijnen volgens Boer ook tot tal van langdurige problemen, die ontwrichtend zijn voor een hele samenleving.
Boer: “Vluchtelingen kunnen niet terugkeren naar huis en het bemoeilijkt het geven van humanitaire hulp.
Daarbij maken landmijnen grote gebieden onbruikbaar voor landbouw en bebouwing.”De gevolgen kunnen tientallen jaren na het einde van een conflict nog merkbaar zijn, zoals blijkt in Cambodja. Sinds de jaren ‘70 zijn daar naar schatting vier tot zes miljoen landmijnen gelegd, met meer dan 64.000 doden tot gevolg. Zo’n drie miljoen mijnen zijn nog steeds niet gevonden. Dat heeft grotendeels te maken met een gebrek aan geld om ze te ruimen.
Overal ter wereld helpen individuen, organisaties en overheden landen met de ontmijning. Zo kan een land weer economisch herstellen en de bevolking het dagelijks leven weer oppakken.
Het geld gaat onder meer naar het geven van voorlichting, onderzoek naar de locaties van mijnen, psychologische hulp aan slachtoffers en de inzet van speciale ontmijningsapparatuur.
Boer: “Zowel preventie als ontmijning is nodig om een einde te maken aan dit gruwelijke wapen. Elke landmijn is er één te veel en iedere landmijn vormt een groot gevaar voor burgers.”
-nos.nl-