“Het is een opmerkelijke beslissing van de Hoge Raad.” Zo reageert Aldo Verbruggen, advocaat van de Surinaamse Handelsbanken op het besluit van de Nederlandse Hoge Raad over het opnieuw in behandeling nemen van de 19.5 miljoen euro. De beslissing van het gerechtshof Amsterdam om de 19,5 miljoen euro terug te geven aan de Surinaamse handelsbanken is nietig verklaard. Op 17 april 2018 heeft de Fiscale Inlichtingen en Opsporingsdienst (FIOD) een geldzending van bijna 19,5 miljoen euro in beslag genomen wegens verdenking van witwassen. Verbruggen geeft aan dat het besluit van de Hoge Raad gerespecteerd zal worden. Echter zal er een verzoek worden ingediend om de zaak spoedig mogelijk te behandelen.

Het geld is eigendom van drie Surinaamse banken, namelijk, de De Surinaamsche Bank, Finabank en Hakrinbank. Vanaf het moment van in beslagname hebben de banken aangegeven dat de aanklachten niet op waarheid berusten. De Centrale Bank van Suriname was de ‘shipper’ van het geld. Op 10 januari 2023 had het gerechtshof Amsterdam besloten dat het (strafvorderlijk) beslag op een geldtransport vanuit Suriname opgeheven moest worden. Het Nederlands Openbaar Ministerie ging in hoger beroep.

 Volgens de Hoge Raad heeft het gerechtshof Amsterdam haar beslissing onvoldoende gemotiveerd. Het hof is namelijk niet ingegaan op de stelling van het Nederlands OM bij de behandeling van het klaagschrift. Het OM stelde dat gelet op de al verkregen resultaten van het strafrechtelijk onderzoek en het daarbij gerezen vermoeden van witwassen, de uitvoering van de gevraagde rechtshulp door de Surinaamse autoriteiten geen noodzakelijke voorwaarde is voor het daadwerkelijk voor de rechter brengen van de handelsbanken of andere verdachten. Op basis hiervan heeft de Hoge Raad de beslissing van het hof vernietigd. De zaak wordt verwezen naar het gerechtshof Den Haag om opnieuw te worden behandeld en beoordeeld.