De opkomende Surinaamse “offshore” olie- en gasindustrie in klimaatperspectief

24 July 2023

In: Nieuws
Comments: 0

Sinds de eerste olievondsten voor de Surinaamse kust in januari 2020 is de opkomende ‘offshore’ olie- en gasindustrie een opwekkend gespreksonderwerp. Velen beschouwen het als de ‘reddende hand’ in de economische crisis waarmee het land momenteel kampt. Het klimaataspect lijkt echter ‘de olifant in de kamer’ te zijn, waarover nauwelijks wordt gesproken. De ‘offshore’-industrie in Suirname start op het moment waarin er een wereldwijde beweging is om te transformeren van fossiele naar ‘groene’ energie, om zodoende de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5 °C; zoals overeengekomen in het Parijs Akkoord. Ons land staat bekend om zijn koolstof-negatieve status, vanwege onze bosbedekkingsgraad van 93%. Zal de ‘offshore’-industrie, eenmaal in ontwikkeling, enig effect hebben op deze status?

Effect offshore olie- en gasexploitatie op Suriname’s carbon emissies
In een interview met Eddy Fränkel, Power & Sustainable Energy Deputy Director of Staatsolie, zegt hij dat het bedrijf momenteel een uitstoot van kooldioxide (CO₂) heeft van 600.000 ton per jaar. “Dit lijkt een enorm getal, maar in werkelijkheid is het een zeer kleine fractie in vergelijking met de capaciteit van CO2-opname door ons tropisch regenwoud”, zegt Fränkel. Op de vraag hoe groot de toename aan kooldioxide-uitstoot zal zijn wanneer Staatsolie de ‘offshore’ olie- en gasindustrie commercialiseert, geeft Fränkel aan dat het in één- tot tweevoud zal toenemen. De Deputy Director van Staatsolie benadrukt dat Suriname in dit geval haar status als koolstof-negatief land behoudt.

Erlan Sleur, voorzitter van de biodiversiteitsbeschermingsorganisatie “Probios”, verzet zich fel tegen bovenstaande uitspraken van Fränkel. De activist gelooft niet dat Suriname haar carbon negatieve status zal behouden wanneer overgegaan wordt tot commercialisering van de ‘offshore’-industrie. Sleur vindt het belangrijk op te merken dat ons land geen afgelegen gebied is, maar deel uitmaakt van een grotere wereld. De kwestie van koolstofemissies moet dan ook in een bredere context worden bekeken, zegt hij. Alle landen, ongeacht hun huidige emissieniveaus, hebben de verantwoordelijkheid prioriteit te geven aan duurzame en koolstofarme ontwikkelingstrajecten. Sleur laat ook zijn licht schijnen op de grootschalige ontbossing in het land als gevolg van de illegale houtkap en goudwinning, waardoor ook de hoeveelheid koolstof die kan worden opgenomen aanzienlijk afneemt.

Vernietiging regenwoud
“Ons regenwoud wordt flink beschadigd. Met elke hectare bos die wordt vernietigd neemt het vermogen CO₂ op te nemen af”, zegt hij. Volgens Sleur vindt er ook op grote schaal ontbossing plaats door de uitvoering van infrastructurele werken als de bouw van de diepzeehaven in het district Nickeri, alsook vernietiging van mangrovebossen door Staatsolie voor de fabriek in Saramacca. Ook het verlenen van vergunningen door de overheid voor goud- en houtconcessies aan particulieren en bedrijven leidt tot het verdwijnen van grote delen van het regenwoud. Wat nog meer zout in de wond strooit is dat deze concessies soms in het leef- en woongebied van de tribale gemeenschappen voorkomen.

Suriname en Carbon credits
“Als we doorgaan met het vernietigen van ons regenwoud op de manier zoals dat nu geschiedt, zal Suriname nooit koolstofkredieten krijgen”, zegt Sleur fel. De klimaatactivist zegt dat achtereenvolgende overheden steeds hebben aangegeven dat Suriname betaald zal worden voor zijn carbon negatieve status. Dit zal niet gebeuren, geeft hij aan, omdat satellietbeelden duidelijk illustreren dat het land zijn bos elke dag, steeds meer en meer, vernietigt. “Als we willen dat de ontwikkelde landen ons compenseren voor ons bos, dan moeten we werken aan de bescherming van ons bos en moet het met fluwelen handschoenen worden behandeld”, zegt Sleur.

De energietransitie
Als gevolg van het historische Parijs Akkoord is het overkoepelende doel van de wereldwijde klimaatbeweging om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5 °C. In afgelopen jaren is gebleken dat er in versneld tempo actie nodig is, daar huidige nationale decarbonisatiebeloften tekortschieten om de gemiddelde temperatuurstijging van de planeet binnen 1,5 °C te houden.

Tijdens de recente Suriname Oil and Gas Summit heeft president Chandrikapersad Santokhi verklaard dat de olie- en gasindustrie de katalysator zal zijn voor economische ontwikkeling. Volgens hem krijgt deze sector de volledige steun van de regering, binnen het wettelijke en institutionele kader. Het staatshoofd gaf verder aan dat het land zich inzet voor het behalen van de wereldwijde doelen die zijn gesteld, met betrekking tot de transitie naar hernieuwbare energie en het uitfaseren van fossiele brandstoffen. Hoe dit zal worden bereikt met de opkomende olie- en gasindustrie valt te bezien. Op dit moment is er geen specifieke nationale wetgeving gericht op de overgang naar hernieuwbare energiebronnen. Wel zijn er onafhankelijke projecten geweest, gericht op groenere energie zoals een zone-energiecentrale in Nickerie die in juni 2022 werd geopend.

Staatsolie draagt ook zijn steentje bij in de wereldwijde transitie naar groenere energie, zegt Deputy Director Power Fränkel. Een belangrijke maatregel is volgens hem dat een deel van de winst uit de ‘offshore’ olie- en gasindustrie gebruikt moet worden om duurzame energie-alternatieven voor de toekomst te financieren en te ontwikkelen. Hij stelt dat wanneer de tijd aanbreekt dat Suriname die energietransitie maakt, wetgevers hun verantwoordelijkheid zullen moeten nemen en zich moeten inzetten voor wetgeving gericht op een groene toekomst.

Kwetsbare gemeenschappen het zwaarst getroffen
Het is algemeen bekend dat de ontwikkelde landen de grootste bijdrage leveren aan de uitstoot van broeikasgassen. Frans Timmermans, voorzitter van de Europese Commissie, bezocht Suriname op 15 juni en sprak met overheidsfunctionarissen over manieren waarop de EU Suriname kan ondersteunen bij de voorbereiding op de gevolgen van klimaatverandering. Timmermans verklaarde dat niet gepoogd wordt Suriname te vertellen hoe het moet, het gaat er meer om dat Suriname leert uit de fouten die in het verleden door Europese landen zijn gemaakt. De EC-voorzitter stelde dat het land alle middelen heeft om een sleutelrol te vervullen in de manier waarop klimaatverandering wereldwijd wordt aangepakt. Hij kondigde aan dat de Europese Commissie samen met de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank 22 miljoen euro zal doneren aan Suriname, ten behoeve van het treffen van voorbereidingen tegen klimaatverandering. “Vooral om de historisch mooie gebouwen te beschermen tegen hoge waterstanden”, aldus Timmermans.

De EU-topman ging echter niet in op de manier waarop de Europese Unie in versneld tempo maatregelen treft om haar bijdrage aan de uitstoot van broeikasgassen, de drijvende kracht achter de klimaatverandering, te bestrijden. Het heeft het effect van een kettingreactie, waarbij uiteindelijk de meest kwetsbare onderontwikkelde landen, zoals Suriname, worden getroffen erdoor. Verschillende experts, wetenschappers en milieuagentschappen, zoals de Environmental Protection Agency (USEPA) van de Verenigde Staten, geven aan dat klimaatverandering verantwoordelijk is voor een verhoging in intensiteit van overstromingen. Zo zijn ongeveer een jaar geleden grote delen van het district Brokopondo getroffen door een zware overstroming: aanzienlijke schade was het gevolg. Tientallen dorpsbewoners verloren hun huizen en gewassen, en zijn gedwongen begonnen vanaf het nulpunt met een wederopbouw. Lokale ondernemers zijn failliet gegaan. Tot op heden wachten sommige bewoners nog steeds op de beloofde compensatie van de overheid. Dit is het zoveelste voorbeeld van de meest kwetsbare gemeenschappen die het hardst worden getroffen door klimaatverandering.

Dit verhaal is gepubliceerd met de steun van de Caribbean Climate Justice Journalism Fellowship, een partnerschap tussen Climate Tracker en Open Society Foundations.

-Stefanie Lauchman-