“Het einde van aids” is nog steeds mogelijk tegen 2030, benadrukten de Verenigde Naties donderdag. Ze waarschuwden echter dat de dodelijkste pandemie ter wereld, alleen kan worden gestopt als de leiders de kans grijpen.

UNAIDS zei dat het beëindigen van de pandemie vooral een politieke en financiële keuze was.
De VN stelden in 2015 voor het eerst het doel vast om tegen 2030 een einde te maken aan aids als bedreiging voor de volksgezondheid. Uitvoerend directeur van UNAIDS Winnie Byanyima zei dat de grootste vooruitgang op het gebied van hiv – het virus dat aids veroorzaakt – werd geboekt in de landen en regio’s die sterk hebben geïnvesteerd.

Ze noemde Oost- en Zuid-Afrika, waar het aantal nieuwe hiv-infecties sinds 2010 met 57 procent is gedaald. Botswana, Eswatini, Rwanda, Tanzania en Zimbabwe hebben al de zogenaamde 95-95-95-doelen bereikt. Dit betekent dat 95 procent van de mensen met hiv hun status kent; 95 procent van degenen die weten dat ze hiv hebben, krijgen een levensreddende anti-retrovirale behandeling; en 95 procent van de mensen die worden behandeld om virale onderdrukking te bereiken – en daarom is het hoogst onwaarschijnlijk dat ze anderen infecteren.

Minstens 16 andere landen zijn dicht bij het bereiken van de doelstelling. Ze omvatten acht in Sub-Saharaans Afrika – de regio waar 65 procent van de HIV-positieve mensen woont – en Denemarken, Koeweit en Thailand. UNAIDS zei dat in 2022 wereldwijd 39 miljoen mensen met hiv leefden, van wie 29,8 miljoen toegang hadden tot anti-retrovirale therapie.