Longarts Lieke Kamphuis van het Erasmus MC schat dat 60.000 Nederlanders met longklachten niet weten dat die worden veroorzaakt door vroeggeboorte. “Ze accepteren dat ze benauwd zijn en minder kunnen, terwijl we drie van de vier patiënten beter kunnen maken.” Mieke Verberkt werd drie maanden te vroeg geboren. “Ik werd met spoed gehaald omdat het te gevaarlijk was voor mijn moeder.” Al haar hele leven kampt Mieke met longklachten, zeker toen ze jonger was. “Ik was snel benauwd, vaak moe en kon tijdens de gymles niet meekomen met mijn klasgenoten.” Een lichte verkoudheid zorgde er vaak al voor dat ze zich ziek moest melden. “Dan was ik zo benauwd dat ik de trap niet eens meer op kwam. Ook ben ik weleens opgenomen in het ziekenhuis omdat ik mijn benauwdheid niet onder controle kreeg.” De kinder- en longartsen dachten dat Mieke last had van astma, maar de puffers die ze daarvoor kreeg, hielpen nauwelijks. Tot ze een paar jaar geleden in contact kwam met andere te vroeg geborenen. Die vertelden haar over de aandoening BPD, bronchopulmonale dysplasie, een longziekte die kan ontstaan als je te vroeg geboren wordt.

“In Nederland worden jaarlijks tweeduizend baby’s levend geboren bij een zwangerschapsduur van minder dan 32 weken. Daarvan heeft 75 procent longschade. “Ik schat dat 60.000 volwassen Nederlanders ongemerkt een longaandoening hebben die is veroorzaakt door hun vroeggeboorte, terwijl wij in ons expertisecentrum voor volwassenen met een aangeboren longafwijking slechts 400 patiënten behandelen”, zegt longarts in het Erasmus MC Kamphuis. Daarom luidt de longarts de noodklok. “Het grootste deel van de patiënten realiseert zich niet dat ze longschade hebben.” En als patiënten zich wel melden, stellen artsen volgens Kamphuis vaak de verkeerde diagnose. “COPD als mensen gerookt hebben en astma als dat niet het geval is. Zij krijgen dan de verkeerde behandeling.” Die behandeling bestaat uit een combinatietherapie van twee soorten luchtwegverwijders, medicijnen die de spiertjes van de luchtwegen helpen te ontspannen.

Ook Mieke werd behandeld met een luchtwegverwijder. “Al bij de eerste behandeling merkte ik verschil. Ik kan beter ademen, ben minder snel moe en niet meer plotseling benauwd.” Dat gebeurt volgens Leon van den Toorn, voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Artsen voor Longziekten en Tuberculose, in de praktijk nog te weinig. “Die link wordt in veel gevallen niet gelegd. Dat moet anders. Huisartsen en longartsen zouden hiervan op de hoogte moeten zijn en er actief naar moeten vragen.” Huisartsen en longartsen zouden hiervan op de hoogte moeten zijn en er actief naar moeten vragen. Volgens het Nederlands Huisartsen Genootschap vraagt de huisarts niet standaard aan volwassenen met longklachten of zij te vroeg geboren zijn. “Als volwassenen deze luchtwegklachten voorheen niet hadden, is het minder logisch om daar bij al die patiënten naar te vragen”, zegt de woordvoerder.

-rtlnieuws.nl-