UPDATE: Marokko herstelt nog van zware aardbeving, maar nieuwe dreiging ligt op de loer

16 September 2023

Comments: 0

Kapot en geschokt zijn ze, alles zijn ze verloren. In sommige dorpen in de Marokkaanse Atlas staat geen huis meer overeind. De naschokken blijven maar komen en de ijskoude winter komt eraan. “Alles komt goed, behalve voor mij! Iedereen krijgt snel weer een huis, behalve ik! Voor iedereen is er een dokter, behalve voor mij!” Hij roept al een uur onafgebroken hetzelfde, nadat hij in zijn noodtent begon te huilen en zijn geest knakte.

De kleine, gedrongen man – eind dertig, begin veertig – schudt de ene na de andere toegesnelde dorpsgenoot van zich af. Hij geeft een andere man een duw tegen zijn borst, terwijl zijn houding uitstraalt dat er een vuistslag kan volgen. Uiteindelijk rent hij zijn zwaar beschadigde woning in en verschijnt dan op het dak. Hij klimt op de cementblokken op de rand en steekt zijn vuist in de lucht.

Kort daarvoor leiden Marouane en Salim de NU. Nl-verslaggever door wat er over is van Toulkine, een afgelegen dorp op ruim 1.700 meter hoogte, 80 kilometer ten zuidwesten van Marrakesh. We zijn heel dicht bij het epicentrum van de aardbeving. Naschokken zijn aan de orde van de dag.

“Gisteren hadden we er twee”, zegt Marouane. Marouane woont in Casablanca, maar hier komen zijn voorouders vandaan en een groot deel van de inwoners is familie. Salim, ook uit Casablanca, is hier nog nooit geweest, maar aarzelde na de beving geen moment om met zijn vriend naar het zuiden te reizen om te helpen. De twee zetten de lijnen uit voor de bouw van een nieuwe moskee, graven latrines, plannen de verhuizing van het enige winkeltje van het dorp naar een tent en proberen te regelen dat een man met ernstige verwondingen aan zijn gezicht en benen eindelijk naar een ziekenhuis wordt vervoerd.

Marouane, een beer van een vent, straalt rust en daadkracht uit, maar onder de oppervlakte kolkt het. Als hij door de straatjes loopt die hij zo goed kent, ziet hij niet alleen de verwoesting, maar ook hoe stil ze nu zijn. “Maar natuurlijk ga ik langs bij een therapeut als ik terug ben in Casablanca”. Hij wijst naar een ingestorte hoek van een huis.

“Hij was twintig jaar oud”, zegt Marouane. We houden weer halt bij een van de twee moskeeën van het dorp. Marouane en Salim lopen gauw achter hem aan in de richting van een verzameling noodtenten aan de andere kant van Toulkine. Marouane en Salim lopen direct door naar de overheidspost in het dorp, om met het hoofd van de regio te overleggen hoe de man naar een militair hospitaal op een uur rijden kan worden gebracht.

“Er zijn maar twee opties”, zegt Marouane. “Hij was in Douzrou, een dorp even verderop, kort na de ramp. Daar zijn bijna honderd mensen om het leven gekomen.” Douzrou is nu een geïsoleerd veld vol puin.

Praktisch geen gebouw staat nog overeind. Het aantal dodelijke slachtoffers blijkt 89 te zijn, meer dan een op de tien. Een van de twee wegen naar het dorp is weggeslagen door de aardbeving. Een groepje mannen van begin twintig klautert met de verslaggevers over de stapels stenen die ooit de huizen van hun families waren.

Ze wonen en werken allemaal ergens anders in Marokko, want in Douzrou was geen werk te vinden. Toen ze zich na de beving terug naar hun geboortedorp haastten, troffen ze de hel. “In dat huis links zijn vier mensen gestorven”, zegt Abdulrachim. “In dat huis twee, en daar verderop acht, een hele familie.” We lopen langs een andere jongen, die met een lege blik in de verte staart.

“Hij is zijn vader verloren.” Nog een ruïne met flitsen van normaliteit – een klok aan de muur, een kinderfietsje of een opengeklapt badkamerkastje waar de verzorgingsproducten nog in staan – en opnieuw een stapel stenen met een pikhouweel. De weeïge geur van de dood hangt overal, want de kadavers van de dieren van het dorp liggen nog onder de ingestorte huizen. Alsof dat alles nog niet genoeg was, maken de overlevenden van Douzrou zich nu veel zorgen over wat nog gaat komen. In de zomer is dit onherbergzame gebied al een harde plek, maar in de winter daalt de temperatuur tot ver onder het vriespunt en ligt er een meter sneeuw en ijs.

“We willen geen eten, we willen geen kleding”, zegt Abdulrachim. “Het enige wat we echt nodig hebben, is dat men hier komt om nieuwe huizen voor ons te bouwen. Eerder op de dag had Marouane in Toulkine dezelfde boodschap.”

-nu.nl-