Schoolvervoerders aangesloten bij de Organisatie van Bushouders in Suriname (OBS) willen uitbetaling van de brandstofcompensatie over de periode januari tot en met april dit jaar. Ook willen ze gelijk gecompenseerd worden voor de verhoogde brandstofprijs, sinds deze van SRD 34 per liter (diesel) verhoogd is naar de marktconforme prijs van rond de SRD 48. Indien tot en met woensdag
aanstaande ze geen uitsluitsel hierover krijgen, is volgens hen het schoolvervoer daarna niet gegarandeerd.
Uit kringen rond het OBS-vervoer wordt vernomen dat het dan uit overmacht zal zijn dat de schoolvervoerders niet zullen kunnen rijden om zorg te dragen voor het transport van leerlingen en leerkrachten naar- en van school.
Voor de bushouders wordt het niet langer mogelijk om de kosten van de verhoogde brandstofprijs voor te schieten. Financieel zeggen ze daartoe niet meer in staat te zijn. Gedurende de vakantieperiode hebben de meeste bushouders hun kleine financiële buffer moeten aanspreken voor onderhoud reparaties aan hun bussen. Gelet op de gestegen prijzen van onderdelen en smeermiddelen zijn deze kosten niet onaanzienlijk geweest. Ze zeggen niet meer over enige financiële ruimte te beschikken om nu nog brandstof voor hun bussen te kopen. De uitbetaling voor geleverde diensten over een deel van augustus moeten ze overigens ook nog uitbetaald krijgen.
Indien de schoolvervoerders inderdaad de daad bij het woord voegen en na woensdag niet rijden, zullen duizenden schoolkinderen de school niet kunnen bereiken. Landelijk zijn er circa 800 bus- en boottrajecten waarover schoolgaanden en onderwijsgevenden worden vervoerd. De trajecten worden onderhouden door circa 250 bushouders en 100 boothouders. Het school – en bootvervoer kost het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur maandelijks een bedrag van ruim SRD 34 miljoen.