On: 16 November 2023
Comments: 0

De ontdekking van een indrukwekkend Egyptisch graf levert veel informatie op over het leven van een 25-jarige Egyptische schrijver. Hij had een slechte rug vanwege zijn zittende werk, maar werd gelukkig beschermd door magie.

Al meer dan 120 jaar wordt er onderzoek verricht in Aboesir, een dodenstad in het piramideveld van Gizeh en Saqqara.

Maar het woestijnlandschap tussen de grote monumenten heeft nog steeds verrassingen in petto.

Onlangs ontdekte een team archeologen van het Tsjechische Instituut voor Egyptologie van de Karelsuniversiteit in Praag een rijk versierde ondergrondse grafkamer. En de inscripties op de wanden hadden een heel bijzonder doel.

De grafkamer ligt in het westelijk deel van Aboesir, waar in het eerste millennium v.Chr. veel hoge ambtenaren en officieren werden begraven.

In een sarcofaag lag de mummie van de koninklijke schrijver Djehutyemhat. Hij werd slechts 25 jaar oud en leefde in de 6e eeuw v.Chr., de woelige periode rond de Perzische verovering van Egypte in 525 v.Chr.

Maar het korte leven van Djehutyemhat was waarschijnlijk weinig dramatisch.

Gezien het letsel op zijn botten zat de schrijver het grootste deel van de tijd over schrifttabletten gebogen.

Naast osteoporose bracht de analyse ook ernstige slijtageschade aan de wervelkolom aan het licht, een gevolg van zittend werk.

Formules beschermen tegen gevaar

Het opvallendste in het graf is echter een serie inscripties op de noordelijke wand.

De archeologen ontcijferden een lange reeks formules, die dienden als bescherming tegen slangenbeten.

Er is ook een aantal gevaarlijke slangensoorten afgebeeld.

Slangen vormden een gevaar dat de Egyptenaren in het dagelijks leven vaak tegenkwamen.

‘Beten van gifslangen waren een voortdurende bron van zorg in het oude Egypte, omdat velen eraan stierven,’ zegt archeoloog Miroslav Bárta in het tijdschrift Newsweek.

Slangen werden echter ook gezien als beschermers van grafkamers, en dat is het geval in het graf van Djehutyemhat, waar ze zijn afgebeeld bij de ingang, zegt Renata Landgráfová, directeur van het Tsjechische Instituut voor Egyptologie in een persbericht.

-historianet.nl-