De langst overlevende patiënt in een ijzeren long is overleden. De Amerikaan Paul Alexander kreeg in 1952 polio en had sindsdien een ijzeren long nodig om te kunnen ademen. Zijn broer Philip maakte het overlijden van Paul Alexander woensdag bekend. Alexander overleed aan de gevolgen van een coronabesmetting die hij enkele weken geleden opliep. Alexander kreeg in 1952 op zesjarige leeftijd polio en raakte daarbij verlamd onder zijn nek. Hij liep de ziekte op tijdens een polio-epidemie in zijn geboortestad Dallas. Pas vanaf 1956 waren er vaccinatieprogramma’s tegen polio voor kinderen.
Vanwege zijn verlamming kon Alexander niet zijn borstspieren aansturen en zelfstandig ademen. Daarom legden de artsen hem na de operatie in een ijzeren long. Dat is een metalen cilinder waarin de patiënt ligt en waar alleen zijn hoofd uitsteekt. De ijzeren long hielp Alexander bij het ademen. Door de luchtdruk in de long te verlagen, kwam de borstkas omhoog en kon er zuurstof de longen instromen. Bij het uitademen werd de luchtdruk in de ijzeren long weer verhoogd en de borstkas naar beneden gedrukt. Vergeleken met andere patiënten in een ijzeren long heeft Alexander onverwacht lang kunnen leven.
Alexander kon korte periodes zelfstandig ademen
Na enkele jaren lukte het hem beter om zelf te ademen. Daardoor kon hij de ijzeren long korte periodes verlaten. De ijzeren long heeft Alexander niet tegengehouden om een zo gewoon mogelijk leven te leiden. Alexander is volgens het Guinness Book of Records de persoon die het langst met een ijzeren long heeft geleefd. Na zijn overlijden is er nog maar één Amerikaanse vrouw met een ijzeren long. Ontwikkelingen in de geneeskunde maken de ijzeren long sinds de jaren zestig overbodig. Maar Alexander besloot om met een ijzeren long te blijven leven omdat hij daaraan gewend was geraakt.
-nu.nl-