De recente uitspraken van minister Parmanand Sewdien van Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV) brengen de ernst van de huidige situatie rondom de illegale visserij aan de orde, waarbij de Europese Unie, specifiek de Franse autoriteiten, dreigen Suriname op een zwarte lijst te plaatsen als gevolg van deze illegale activiteiten. Voorafgaand aan de wekelijkse vergadering van de Raad van Ministers (RvM) benadrukte minister Sewdien dat er verschillende bedrijven en individuen betrokken zijn bij deze overtredingen, die ons land in een nadelige positie kunnen brengen op het internationale toneel. In een constructieve dialoog met vicepresident Ronnie Brunswijk en relevante instanties zoals de Kustwacht, marine en waterpolitie, heeft de minister gepleit voor een striktere handhaving van de wetgeving met betrekking tot de visserij, gezien het feit dat veel illegale activiteiten zich afspelen aan de Franse zijde van de grensrivier.
Het voormalige beleid, waarin illegale vissers maandelijkse gevangenisstraffen kregen en hun vaartuigen destructief werden behandeld, lijkt te zijn vervangen door een minder effectief systeem waarbij in beslag genomen boten tijdelijk worden vrijgegeven na begeleiding naar de Marowijnerivier. De minister wijst erop dat deze aanpak niet toereikend is voor het bestrijden van de illegaliteit, zeker gezien het feit dat de boten in kwestie een Surinaamse vergunning en registratie hebben, wat Suriname de verantwoordelijkheid oplegt om adequaat te reageren, zoals ook werd opgemerkt in de constructieve gesprekken met de Franse zijde. Op 17 september is minister Sewdien uitgenodigd om een verdere aanpak te bespreken, waarbij er een gezamenlijke overeenkomst zal worden ondertekend om de illegale visserij krachtig tegen te gaan.
Het besef dat Suriname beschikt over een streng vergunningenbeleid dat kan leiden tot meer opbrengsten uit de visserijsector is cruciaal, vooral nu de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank (IDB) zich heeft aangemeld voor samenwerking om deze sector verder te ontwikkelen. Deskundigen, waaronder vertegenwoordigers van de IDB, hebben erkend dat de dalende vangsten in bepaalde visbronnen, zowel in Suriname als in Frankrijk, niet alleen het gevolg zijn van illegale visserijpraktijken, maar ook van bredere milieufactoren zoals klimaatverandering, hetgeen de urgentie van een gezamenlijke respons van beide landen benadrukt.