Suriname schreef vorige week geschiedenis door als eerste land ter wereld te beginnen met de verkoop van VN-koolstofkredieten, de zogenoemde Internationally Transferred Mitigation Outcome (Itmo’s), als onderdeel van zijn klimaatbelofte onder het Akkoord van Parijs. Het land heeft aan alle vereisten van het klimaatakkoord voldaan.

Overheden en bedrijven van ontwikkelde landen kunnen nu de Itmo’s van Suriname kopen. In ruil daarvoor zal het land blijven investeren om zijn bossen en biodiversiteit te beschermen. “Gezien de formele goedkeuring en aankondiging die pas vorige week vrijdag is gedaan, is de verkoop nog in een vroeg stadium”, verklaart minister Marciano Dasai van Ruimtelijke Ordening en Milieu (ROM) in gesprek met de Ware Tijd.

“Onze uitdaging is om ons economisch te ontwikkelen en diensten te verlenen aan de bevolking, terwijl we de komende eeuwen een netto koolstof verwijderaar blijven”

De Itmo’s worden wereldwijd aan meer dan honderd potentiële kopers in Europa, Azië, het Midden-Oosten en de Verenigde Staten aangeboden. De bewindsman zegt dat tot nu toe ongeveer vijftien bedrijven hebben ingestemd met gedetailleerde besprekingen. “We verwachten dat deze lijst maandelijks zal groeien.”

Redd+ succesvol

Suriname begint met het aanbieden van Redd+-resultaten van 2021 die in aanmerking komen voor het verhandelen van Itmo’s. Begonnen wordt met de verkoop van 1,5 miljoen van de 4.839.390 door de United Nations Framework Convention on Climate Change geverifieerde Redd+ Results Units. De verwachting is dat voor 2022 het land tien miljoen van de koolstofkredieten zal hebben om te verkopen.

Dasai vrijdag bij de start van de verkoop: “De afgelopen twintig jaar heeft de regering duidelijk laten zien dat ze de oorzaken van ontbossing en emissies aanpakt. Vandaag de dag werkt het nationale Redd+-programma van Suriname succesvol. Onze uitdaging is om ons economisch te ontwikkelen en diensten te verlenen aan de bevolking, terwijl we de komende eeuwen een netto koolstof verwijderaar blijven. We mikken op een prijs van tussen 25 en 35 US dollar per ton, maar het is nog maar de vraag tegen welke prijs de markt zich zal stabiliseren.”

Speciaal fonds

De uit de verkoop van carbon credits verkregen inkomsten worden geplaatst op een rekening bij een bank die beide partijen hebben gekozen. Zodra de Itmo’s formeel zijn overgedragen aan de koper, wordt het geld overgemaakt naar Suriname.

De overheid creëert voor de inkomsten uit de verkoop van de koolstofkredieten, dat wordt beheerd door zowel een ministeriële als een technische commissie, een speciaal fonds. De uitgaven zullen jaarlijks worden gecontroleerd.

Er wordt een winstdelingsmechanisme opgezet om ervoor te zorgen dat de inkomsten uit de verkoop van koolstofkredieten eerlijk worden verdeeld tussen investeerders, ontwikkelaars en lokale gemeenschappen. Er zal transparant en regelmatig worden gerapporteerd over de voortgang en impact van emissiereductieprojecten.

Er zijn nog geen concrete projecten die met de carboncredit-inkomsten gefinancierd zullen worden. Dasai: “Een deel van de inkomsten is bestemd voor de inheemsen en tribalen. In overleg met hen zullen er projecten worden geïdentificeerd die zullen zorgen voor duurzame ontwikkeling.”

Initiatiefwet

Suriname is het meest beboste land ter wereld; haast 93 procent van het land is bedekt met bos. Deze bossen verwijderen jaarlijks meer dan twintig miljoen ton van de koolstofemissies van voornamelijk andere landen. Tegelijkertijd bedragen de energie-emissies van het land ongeveer vier miljoen ton per jaar, waardoor Suriname een carbon-negatieve status heeft.

Ter voorbereiding op de lancering van de verkoop van de Itmo’s hield het ministerie op 30 juli een presentatie voor de leden van de vaste parlementaire commissie voor ROM. De strategie voor groene ontwikkeling wordt momenteel ontwikkeld en geformuleerd onder toezicht van het ministerie.

Dit zal uiteindelijk moeten resulteren in een initiatiefwet die in oktober dit jaar bij het parlement zal worden ingediend. Suriname zal alle koolstofboekhouding en rapportage van zijn netto koolstofbalans tweejaarlijks uitvoeren onder zijn klimaatbelofte aan de Verenigde Naties en volledig in overeenstemming blijven met het Akkoord van Parijs.