Dieren met hoge lichaamstemperatuur ontwikkelen zich eerder tot planteneters

21 August 2024

Comments: 0

Dieren met een hogere lichaamstemperatuur hebben meer kans om zich te ontwikkelen tot planteneters. Die lijken plantencellen beter af te kunnen breken, blijkt uit nieuw onderzoek van de University of Arizona.

De ontdekte relatie uit zich bij allerlei verschillende soorten: van amfibieën en vogels tot reptielen en zoogdieren. Maar het verband laat zich vooral zien bij gewervelden die op het land leven, schrijven wetenschappers in het tijdschrift Global Ecology and Biogeography.

Het verband heeft te maken met de spijsverteringsproblemen als gevolg van een plantendieet. Veel dieren kunnen de stevige plantencellen niet goed verteren. De hoge lichaamstemperatuur is nodig om de darmbacteriën die celwanden van planten kunnen afbreken te ondersteunen.

De wetenschappers analyseerden gegevens van meer dan zeventienhonderd soorten. Daarbij is ook rekening gehouden met lichaamsgrootte en lichaamsactiviteit. Maar lichaamstemperatuur kwam naar voren als een cruciale factor bij het voorspellen van de evolutie tot een plantendieet. “Het is een vereiste om zo’n dieet te ontwikkelen. Meestal was de lichaamstemperatuur hoger dan 30 graden”, schrijven de onderzoekers.

Het plantendieet is volgens de wetenschappers een relatief modern dieet; namelijk zo’n 110 miljoen jaar oud. Terwijl viervoeters al 350 miljoen jaar leven en van oudsher carnivoren zijn. Een bijzonder voorbeeld komt voor bij reptielen: hagedissen eten vooral vlees, terwijl leguanen zijn geëvolueerd tot planteneters. De timing valt samen met de verspreiding van bloeiende planten (bedektzadigen), die ongeveer 110 miljoen jaar geleden dominant werden. Deze bedektzadigen vormen nu zo’n 90 procent van alle plantensoorten.

Plantendieet lijkt geen stabiele factor in evolutie

De bevindingen vragen om verder onderzoek. Vooral omdat oudere herbivore soorten, zoals plantenetende dinosauriërs, het niet tot de moderne tijd hebben uitgehouden. Bovendien lijkt het plantendieet geen stabiele factor te zijn geweest in de evolutie. Er zijn talloze dieren die van een plantendieet ook weer teruggingen naar vlees. Een voorbeeld daarvan is een muizensoort uit Latijns-Amerika die zich voornamelijk voedt met insecten. Het is niet duidelijk waarom deze dieetovergangen plaatsvonden.

Als een soort evolueert, hoeft een verandering niet per se lang te blijven bestaan. Het is dus mogelijk dat herbivoren over een groot aantal jaar toch weer carnivoren zijn. Maar als ze een temperatuur van lager dan 30 graden hebben, is de kans niet groot dat ze zich aan een plantendieet zullen wagen.

-nu.nl-