President Chandrikapersad Santokhi, samen met vicepresident Ronnie Brunswijk en Assembleevoorzitter Marinus Bee, gaf op de Dag van de Inheemsen in de Palmentuin een krachtige boodschap af over de erkenning van de grondenrechten van Inheemse en Tribale gemeenschappen. Tijdens een feestelijke gelegenheid, waarbij de leiders zelfs samen een dansje deden, werd aangekondigd dat de uitkomst van het Kaliña en Lokono vonnis zal worden uitgevoerd. Dit geeft hoop voor de afronding van wetgeving die de grondenrechten van deze gemeenschappen erkent en beschermt.
De president benadrukte dat er nog een ronde besprekingen met belanghebbenden zal plaatsvinden om ervoor te zorgen dat alle stemmen worden gehoord, voordat de wet eindelijk kan worden afgehandeld. Inheemse leiders gaven aan dat de tijd van alleen maar petities indienen voorbij is. Het opkomen voor hun rechten heeft al geleid tot de tragische dood van twee Inheemse mannen, wat de urgentie van deze kwestie onderstreept.
Suriname is het enige land in het continent dat de grondenrechten van Inheemse volken nog niet heeft erkend, ondanks meerdere internationale uitspraken. Assembleevoorzitter Marinus Bee vulde aan dat het parlement klaar is om de wet te behandelen, maar dat de regering nog wijzigingen en aanvullingen moet aanbrengen op de conceptwet.
Vicepresident Ronnie Brunswijk erkende de complexiteit van de situatie en de moeilijkheid om de belofte binnen de huidige termijn in te lossen. Zowel hij als president Santokhi onderstreepten dat de erkenning van de grondenrechten te lang op zich laat wachten, maar dat zorgvuldigheid en draagvlak essentieel zijn voor de voortgang. Santokhi gaf aan: “We willen draagvlak in het land, dan neemt het een beetje tijd, omdat de natie Suriname vooropstaat.”
Wat betreft de verdere doucmentatie aan de wetgeving, zei de president dat de nota van wijziging in de laatste fase is en dat deze binnen enkele weken aan De Nationale Assemblee kan worden aangeboden. Het Kaliña en Lokono vonnis, dat in 2015 werd uitgesproken door het Inter-Amerikaans Hof voor Mensenrechten, stelt duidelijke verplichtingen aan de Staat, waaronder de erkenning van grondenrechten binnen 18 maanden en de rehabilitatie van gebieden bij het Wanekreek natuurreservaat binnen drie jaar.
Santokhi benadrukte dat de regering er alles aan doet om deze vonnissen uit te voeren en goed geïnformeerd en geadviseerd te worden over de vereiste stappen, in samenwerking met de verschillende doelgroepen. Het is een cruciale tijd voor de Inheemse gemeenschappen in Suriname, en de regering lijkt eindelijk de richting op te gaan die nodig is voor de erkenning van hun rechten.