“Het is belangrijk om geen landen of gemeenschappen uit te sluiten van internationale steun en samenwerking.” Dit merkte president Chandrikapersad Santokhi op in zijn toespraak tijdens de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties in New York. Het staatshoofd heeft opgeroepen tot meer internationale solidariteit met Haïti en tot de opheffing van het economische embargo tegen Cuba. Hij is voorstander van een grotere betrokkenheid van de internationale gemeenschap bij de aanhoudende humanitaire en veiligheidscrisis in Haïti.
President Santokhi prees de Caribische Gemeenschap (CARICOM) voor hun inspanningen om een routekaart voor vrije en eerlijke verkiezingen in Haïti te ontwikkelen. “Haïti mag niet alleen worden gelaten. ‘Haïti-moeheid’ is geen optie.” Daarnaast herhaalde het staatshoofd zijn oproep om het decennialange economische embargo tegen Cuba op te heffen. Hij noemde dit een noodzakelijke stap om de inclusieve benadering van de Verenigde Naties te weerspiegelen. Volgens hem zou de opheffing van het embargo een belangrijk signaal zijn dat de internationale gemeenschap bereid is om elk land te betrekken bij economische en politieke samenwerking.
“Het is tijd voor inclusiviteit, niet voor isolatie”, aldus president, waarbij hij de nadruk legde op de fundamentele principes van de Verenigde Naties. Hij merkte op dat de wereld niet alleen naar zichzelf moet kijken, maar zich ook moet inzetten voor gelijkheid en rechtvaardigheid voor alle naties, ongeacht hun politieke of economische situatie.
In zijn slotwoord gaf president Santokhi aan dat de Verenigde Naties trouw moeten blijven aan haar idealen van vrede, welvaart en menselijke waardigheid. “Samen moeten we ervoor zorgen dat geen enkele natie, geen enkele gemeenschap, geen enkel individu wordt uitgesloten van de belofte van vrede, welvaart en waardigheid.” Met een krachtige oproep tot actie sloot de president zijn toespraak af: “Laten we trouw blijven aan de geest van “één voor allen, allen voor één’.”