President Chandrikapersad Santokhi heeft een bilaterale ontmoeting gehad met premier Evelyne Wever-Croes van Aruba en premier Luc Mercelina van Sint Maarten. De ontmoeting op 21 september in New York was gericht op het versterken van de samenwerking en banden tussen de drie landen.

President Santokhi benadrukte de toewijding van Suriname aan het realiseren van samenwerkingsovereenkomsten met Aruba en St. Maarten om sterke partnerschappen te bevorderen. Hij benadrukte het belang van goede connectiviteit en gemakkelijk reizen tussen de landen. Tevens gaf de president aan dat Suriname bereid is om ongeacht de omstandigheden een solide samenwerking te onderhouden en openstaat voor investeringsmogelijkheden en technische en financiële assistentie.

Premier Wever-Croes merkte het succes op van een recente handelsmissie van Aruba naar Suriname. “De volgende stap is om zaken als landbouw en beschikbaarheid van land op Aruba te concretiseren”, gaf zij aan. De premier informeerde dat de regering van Aruba momenteel in een demissionaire hoedanigheid verkeert vanwege de val van het kabinet, met verkiezingen gepland voor december. Desalniettemin wordt er gewerkt aan een veelbelovend programma met Suriname.

Premier Mercelina van St. Maarten, benadrukte het cruciale belang van samenwerking, vooral gezien de energiecrisis en de uitdagingen op het gebied van menselijk kapitaal waarmee het land wordt geconfronteerd. De premier identificeerde transport van en naar St. Maarten als de enige manier om de economie te laten groeien. “Ik stel voor om een directe lijn van St. Maarten naar Curaçao te benutten en samen te werken met andere eilanden die een gemeenschappelijke geschiedenis delen om vitale communicatie- en transportverbindingen tot stand te brengen”, aldus premier Mercelina.

Reagerend op de premiers haalde president Santokhi een aantal belangrijke punten aan zoals het feit dat de positie van Suriname en de samenwerking met Curaçao werden benadrukt in een vergadering met de secretaris-generaal van de VN en de laatste GGOG-vergadering. “De voorbereidingen voor een bezoek aan Aruba zijn gaande. Er is een aanzienlijk potentieel voor samenwerking tussen de landen, ook binnen het CARICOM-kader. Aanpassing en rangschikking zijn cruciaal in de context van klimaatvergaderingen”, deelde het staatshoofd mee. Wat betreft klimaatfinanciering is het van vitaal belang dat de landen hun stem laten horen in verhouding tot grotere landen, een gezamenlijk standpunt innemen, ook binnen CARICOM, en ervoor zorgen dat beloofde betalingen worden gedaan op basis van koolstofnegatieve status.

Ondanks zware investeringen in politieke relaties, ontbreken bepaalde middelen nog steeds, zoals in de gezondheidssector. Er worden nog steeds oplossingen gezocht om connectiviteit tussen de landen tot stand te brengen. De olie- en gassector biedt een geweldige toekomst voor duurzame ontwikkeling en expertise, met Total Energies als een belangrijke speler. De president informeerde naar de aanhoudende interesse van de eilanden om deel te nemen aan deze activiteiten. Hij verzekerde hen ook dat Suriname openstaat voor buitenlandse investeerders, zonder wettelijke beperkingen maar met duidelijke regels. Hij benadrukte het belang van toerisme en tribale gemeenschappen in het binnenland.

Aruba stelde voor een MOU te ondertekenen om de besproken samenwerkingen te vergemakkelijken. De premier van St. Maarten nodigde president Santokhi uit om het land te bezoeken. President Santokhi accepteerde de uitnodiging en maakte van de gelegenheid gebruik om aan St. Maarten aan te geven dat zij een uitnodiging mogen verwachten voor de aanstaande onafhankelijkheidsviering van Suriname op 25 november. “Jullie  aanwezigheid zal een geweldige eerste ontmoeting zijn”, stelde het staatshoofd. De president vroeg de delegaties om snel een missie te sturen om de besproken intenties en voorstellen uit te breiden.

Over het geheel genomen toonde de bilaterale bijeenkomst tussen president Santokhi en de premiers van Aruba en St. Maarten een gedeelde toewijding aan het verdiepen van partnerschappen, het aanpakken van gemeenschappelijke uitdagingen en het grijpen van kansen voor samenwerking en ontwikkeling. De drie landen lijken hun banden en samenwerking in de komende periode te versterken.