Minister Marciano Dasai van Ruimtelijke Ordening en Milieu (ROM) ziet graag dat Suriname vóór het eind van dit jaar gaat cashen uit de carbon credits die het heeft. Een carbon credit is gelijk aan een ton van koolstofdioxide (C02), die uit de atmosfeer wordt gehouden. Suriname zal over twee maanden wederom participeren aan de COP-meeting, waarbij concreet moet zijn dat het land vergoedt wordt voor haar ongerepte bebossing.
De verwachting is dat Suriname tussen de US$ 25 en US$ 30 per ton C02 kan worden verdiend aan Internationally Transferrable Mitigation Outcomes (ITMOS). De minister ging tijdens een persconferentie van de Regeringsraad in op de actuele ontwikkeling binnen het milieu.
Suriname beschikt over 15 miljoen hectare aan (ongerepte) bossen. Deze zorgen ervoor dat naast de productie van zuurstof, ook ruim 13 gigaton aan CO2 (koolstofdioxide) uit de atmosfeer wordt gehaald (CO2 removal). 1 ton aan geabsorbeerde CO2 is gelijk aan 1 Carbon Credit. Deze koolstofkredieten kunnen verkocht worden aan bedrijven of andere landen om hun schadelijke uitstoot van CO2, of andere broeikasgassen, te compenseren.
De bewindsman gaf aan dat het land momenteel nog niet kan profiteren. Dasai merkt op dat er binnen de Verenigde Naties en het Parijsakkoord, waarvan Suriname deel uitmaakt, nog geen systeem bestaat dat landen beloont voor de ecologische diensten van hun regenwouden. Suriname zal niet het eerste land zijn dat carbon credits verkoopt, maar zal wel de eerste zijn die deze credits verkoopt op basis van de standaarden van het Parijsakkoord.
Dasai begrijpt ook de vragen over de carbonstatus van ons land, vooral nu de olieproductie in 2028 van start zal gaan. Er is al een projectie gemaakt die aangeeft dat, hoewel de productie over vier jaar begint, de carbonnegatieve status ongewijzigd zal blijven.
Dasai gaf aan dat van de 150 bedrijven ongeveer vijftig interesse hebben getoond in wat Suriname te bieden heeft. Van de beoogde opbrengsten zal een deel naar de Inheemse en Tribale Volken gaan, evenals naar milieugerelateerde zaken en het Welvaartsfonds.