Vijf jaar geleden is de Surinaamse oud-president Desi Bouterse veroordeeld voor zijn rol bij de Decembermoorden in 1982. Het is Bouterse tot nu toe gelukt zijn celstraf van twintig jaar te ontlopen. Hoe verliep dit?
In 1980 leidde Bouterse als sergeant en voorzitter van de militaire vakbond Bomika een staatsgreep. Economische tegenwind en een regering zonder gezag vormden de aanleiding voor de coup, maar ook Bouterse kon het tij niet keren. Corruptie, vriendjespolitiek en cocaïnehandel van militaire functionarissen deden het imago van het dictatoriale regime geen goed.
De militairen richtten de Nationale Militaire Raad (NMR) op. Die bediende zich van censuur, een beperkte persvrijheid, een verbod op politieke partijen en het oppakken, martelen en vermoorden van burgers.
Het beleid onder het bewind van Bouterse leidde tot wat later de Decembermoorden zijn gaan heten. Vijftien tegenstanders van het militaire regime werden in de nacht van 7 op 8 december 1982 gemarteld en geëxecuteerd in Fort Zeelandia, het hoofdkwartier van Bouterse. Het ging om advocaten, journalisten en militairen die verbonden waren aan een eerdere coup tegen Bouterse. Getuigen verklaren dat de slachtoffers voor hun dood voor Bouterse waren geleid.
In een verklaring op de Surinaamse televisie liet Bouterse die nacht weten dat een couppoging op Kerstnacht was verijdeld. Na de voorgelezen tekst van Bouterse volgde een fragment van journalist Jozef Slagveer – een van de latere slachtoffers – die met bebloed hoofd verklaarde dat er inderdaad een couppoging was gepland.
Eind 2000, vlak voordat de moorden zouden verjaren, besloot het Openbaar Ministerie (OM) toch een strafrechtelijk onderzoek te openen. Maar het duurde nog tot 2007 tot getuigen werden opgeroepen. In datzelfde jaar bood Bouterse zijn excuses aan voor de Decembermoorden. Hij verklaarde tijdens de moorden niet in Fort Zeelandia aanwezig te zijn geweest en slechts politiek verantwoordelijk te zijn.
De verklaringen van twee ooggetuigen – een militair die op 8 december in Fort Zeelandia de wacht hield en een militair die naar eigen zeggen ook op de slachtoffers had geschoten – zijn daarbij van belang. Zij verklaren dat Bouterse wel degelijk aanwezig was en eigen rechter speelde.
De Krijgsraad begon op 30 november 2007 met het strafproces tegen 25 verdachten, van wie Bouterse de hoofdverdachte was. Sindsdien probeert de voormalige president uit alle macht onder vervolging uit te komen. Hij liet zich nooit zien in de rechtszaal en zijn advocaten probeerden op diverse manieren het proces te traineren.
Ook probeerde Bouterse politiek onder vervolging voor de Decembermoorden uit te komen. In 2012 duwde hij een omstreden amnestiewet door het Surinaamse parlement.
Op 29 november 2019 kreeg Bouterse twintig jaar cel opgelegd voor zijn rol in de Decembermoorden. De uitspraak kwam overeen met de eis van de openbaar aanklager.
“Ons geloof in de rechtsstaat van Suriname en rechtvaardigheid is vrijdag voor een groot deel hersteld”, zei Sunil Oemrawsingh destijds tegen NU.nl. Hij is de neef van de omgekomen universitair docent Sugrim Oemrawsingh en woordvoerder van de Stichting 8 December 1982, waar ruim honderd familieleden en nabestaanden van de vijftien slachtoffers aan zijn verbonden. Bouterse ging tegen de uitspraak in beroep.
Bouterse kreeg op 20 december 2023 ook in hoger beroep twintig jaar cel voor de Decembermoorden. Bouterse was zelf niet aanwezig bij de uitspraak. Het hof vroeg niet om de onmiddellijke arrestatie van de oud-president. Dat eiste het OM wel, maar volgens het hof is dat niet mogelijk binnen de Surinaamse wet. De zaak is wel onherroepelijk, wat betekent dat Bouterse de straf móét uitzitten. Maar in de praktijk is dat lastig.
Bouterse meldde zich begin dit jaar niet bij de gevangenis Santo Boma. Zijn vrouw Ingrid Waldring liet een paar minuten voor de deadline van 12 januari weten dat haar man zich niet zou melden. Het Surinaamse Openbaar Ministerie beloofde de oud-president op te sporen en de Surinaamse politie verspreidde een opsporingsbericht. Interpol vaardigde een zogeheten Red Notice uit tegen de 78-jarige Bouterse. De internationale recherchedienst vroeg daarmee politiediensten over de hele wereld om hem te arresteren.
Sinds de geruchtmakende verdwijning van Bouterse is het vrijwel stil rond de Surinaamse oud-president. Dat is minder vreemd dan het lijkt. Nabestaanden van de slachtoffers van de Decembermoorden maken zich druk over de in hun ogen lakse houding van de Surinaamse autoriteiten. Maar dat is het dan ook; van volksoproer is geen sprake.
De voornaamste reden voor de relatieve rust is dat Surinamers wel andere zorgen hebben. Hun land verkeert in een zware economische crisis.
Bouterse gebruikt mogelijk het binnenland van Suriname als schuilplaats. De Surinaamse politie vroeg burgers afgelopen mei om informatie over de mogelijke verblijfplaats van Bouterse. Deze oproep heeft nog niets opgeleverd. Een andere theorie is dat hij naar Cuba of Venezuela zou zijn gevlucht.
-nu.nl-