Het depositobeschermingssysteem in Suriname heeft woensdag zijn definitieve vorm gekregen, zoals aangekondigd door de Centrale Bank van Suriname (CBvS). Dit systeem introduceert een fonds dat vergoedingen zal uitkeren aan rekeninghouders in het geval dat een bank of spaarinstelling failliet gaat.

Rekeninghouders kunnen rekenen op een bescherming van hun tegoeden tot SRD 50.000 per persoon, per bank of spaarinstelling. Volgens de CBvS zal dit garandeerde bedrag ongeveer 90% van alle rekeningen in Suriname volledig beschermen. Governor Maurice Roemer beschrijft deze ontwikkeling als een mijlpaal voor de Surinaamse financiële sector en een cruciale stap naar een sterker en veerkrachtiger financieel systeem. “De bescherming van rekeninghouders, groot en klein, is van groot belang en zal stabiliteit brengen,” voegt hij eraan toe.

De totstandkoming van het depositobeschermingssysteem is gerealiseerd met hulp van De Nederlandsche Bank (DNB). Cees Ullersma van DNB legde de nadruk op de snelheid en effectiviteit van de samenwerking tussen de CBvS en DNB, en zei ook dat het systeem rekeninghouders met lagere tegoeden goed beschermt.

Het fonds zal voornamelijk gefinancierd worden door premies die banken en spaarinstellingen betalen, met een beoogde omvang van 8% van de totale waarde aan gegarandeerde deposito’s in Suriname. Het systeem zal ook gelden voor rekeningen in vreemde valuta, zoals USD en EUR. De CBvS heeft gegarandeerd dat rekeninghouders hun geld snel terugkrijgen in geval van betalingsonmacht, met een initiële termijn van 30 werkdagen, die op termijn verlaagd zal worden tot zeven werkdagen, conform internationale standaarden.

De ontwerpwet voor het depositobeschermingssysteem zal binnenkort aan de minister van Financiën en Planning worden voorgelegd voor verdere behandeling in de wetgevingsprocedure.