Het is geen goed idee om jonge kinderen vaak voor schermpjes te zetten, vindt nu ook de politiek. Dit jaar gebeurde al veel om kinderogen los te weken van telefoons en tablets. Dat zal volgend jaar niet anders zijn.
Het telefoonverbod op scholen, dat begin dit jaar inging, is het duidelijkste voorbeeld van een maatschappelijke verschuiving. Sinds de regel ‘telefoon thuis of in de kluis’ geldt is daadwerkelijk iets veranderd, zeggen leraren en schoolleiders. Scholieren praten meer met elkaar en letten tijdens de les beter op.
De verandering werd al snel na invoering van de regel zichtbaar, zegt Justine Pardoen van Bureau Jeugd en Media. “In het begin was er onder veel docenten nog geen draagvlak”, zegt ze. “Ze vonden het overdreven en betuttelend. Maar we zien nu hoe goed het werkt.”
Pardoen markeert dit jaar dan ook als een omslagpunt. “We zijn al lang bezig met het beperken van overmatig schermgebruik, maar dit jaar voel ik echt verandering”, zegt ze. “Het is een tipping point.”
Ontwikkeling blijft achter
Het zijn inmiddels bekende cijfers. Kinderen in de leeftijd van negen maanden tot een jaar zijn gemiddeld anderhalf uur per dag met digitale media bezig. Dat loopt bij vier- tot zesjarigen op naar ruim twee uur per dag.
Als het aan wereldgezondheidsorganisatie WHO ligt, hebben kinderen onder de twee jaar beter helemaal niets met schermpjes te zoeken. Baby’s hebben mensen nodig, geen schermen, zegt de organisatie. Voor kinderen van twee tot vijf jaar wordt maximaal een uur per dag schermtijd geadviseerd.
Bij jonge kinderen hindert te veel schermtijd de motorische ontwikkeling, de taalontwikkeling, een veilige hechting en een gezonde oogontwikkeling, legt Bureau Jeugd en Media uit. Bij oudere kinderen en jongeren wordt intensief socialemediagebruik in verband gebracht met verslaving, digitale afleiding, verminderde concentratie en onzekerheden over het eigen uiterlijk. “Het ontwerp van huidige apps is zo verslavend dat kinderen en jongeren daar niet tegen bestand zijn”, zegt Pardoen.
Vastgekleefd aan schermpjes
Volwassenen zijn dat trouwens ook al niet altijd. Martin Verschoor spreekt uit ervaring. Hij is hoofdredacteur van gamesite Power Unlimited en betrokken bij het ouderinitiatief Smartphonevrij Opgroeien, dat dit jaar in Nederland werd opgezet om kinderen te beschermen tegen de nadelige effecten van smartphonegebruik. “Als ik mijn tanden sta te poetsen, kijk ik nog op mijn telefoon”, zegt hij. “Dat is niet gezond en dat weet ik. Maar voor kinderen met onderontwikkelde breinen is het helemaal gevaarlijk. Je wil niet dat ze vastgekleefd zitten aan schermpjes.”
Afgelopen week sprak staatssecretaris Vincent Karremans (Jeugd, preventie en sport) over een “enorm gevaar” dat de negatieve effecten van sociale media teweegbrengen. “Als we niet oppassen groeit een hele generatie op met angststoornissen, mentale problemen en concentratieproblemen”, zegt hij.
Sociale media niet de enige boosdoeners
Die boodschap klonk dit jaar wel vaker. Tegelijkertijd zijn mobiele telefoons en sociale media niet inherent slecht, waarschuwen wetenschappers en Bureau Jeugd en Media. “Ze worden inderdaad zo verslavend mogelijk ontworpen”, zegt Pardoen. “Maar ze brengen ook entertainment, oneindig veel informatie, verbinding met vrienden en mogelijkheden tot creativiteit.”
We moeten er daarom voor waken om sociale media als enige zondebok aan te wijzen voor het afgenomen welzijn van tieners, schreven wetenschappers al eerder. Mogelijk zijn jongeren met mentale problemen sowieso meer geneigd om hun toevlucht in sociale media te zoeken.
Pardoen ziet dat techbedrijven werken aan verbetering, met speciale instellingen voor tieners en toezicht van ouders. “Ze doen wel wat, maar altijd in een vertraagde reactie op verhoogde druk uit de samenleving”, zegt ze. Ook nemen speciale kinder- of tienerversies van apps de problemen niet volledig weg.
Verschoor merkt hetzelfde op. “Als je op YouTube Kids een beetje doorklikt, zie je daar ook video’s die niet voor kinderen bedoeld zijn”, zegt hij. “Op tv is er altijd een vorm van toezicht op wat uitgezonden wordt. Op YouTube en andere platforms kan iedereen van alles publiceren. Soms ziet een kinderfilm er in het begin leuk uit, maar verschijnen later ineens volwassenen in beeld die maffe shit doen. Ouders hebben dat vaak niet door.”
Geen verbod in Nederland
Dat omslagpunt waar Pardoen het over heeft, is niet alleen thuis aan de keukentafel te merken. Overal ter wereld proberen overheden de macht van big tech te beteugelen. In Australië gaat volgend jaar een wet in die sociale media onder de zestien jaar verbiedt.
Een verbod op digitale diensten gaat voor Nederland te ver. Maar de apps moeten wel veiliger, zegt staatssecretaris Zsolt Szabó (Digitalisering). Op Europees niveau wordt gewerkt aan het aanpakken van schadelijke content, misleidende reclames en verslavende algoritmes.
Overigens mogen kinderen onder de dertien jaar in Nederland eigenlijk al geen account op sociale media aanmaken. Een Amerikaanse wet schrijft voor dat Amerikaanse bedrijven geen persoonlijke gegevens van kinderen onder de dertien jaar mogen verwerken. Daar wordt alleen in geen enkel land goed op gehandhaafd.
Australië dwingt bedrijven daarom met nieuwe wetgeving tot betere leeftijdsverificaties bij het aanmaken van accounts. De techbedrijven kunnen hoge boetes verwachten als ze daar niet aan voldoen. Ook in Europa wordt veel over leeftijdscontroles gesproken. Dat moet gaan gebeuren met technologie die de privacy van burgers niet schaadt. Hoe precies, daar zijn beleidsmakers nog niet uit. In Nederland wordt daar begin volgend jaar over doorgepraat.
Pardoen vindt het goed dat de discussie wordt gevoerd, maar hoopt dat die controles niet als enige oplossing worden gezien. “Sociale media moeten gewoon anders worden ingericht”, besluit ze.
-nu.nl-