Shell zet de bouw van een biobrandstoffabriek in Pernis stop. Volgens het energieconcern is er voor de fabriek in de Rotterdamse haven geen goed businessmodel.
Zo zijn de bouwkosten te hoog en zijn de marktomstandigheden niet goed genoeg. “We wilden de fabriek heel graag afbouwen, na de vorig jaar aangekondigde pauze. Maar de mogelijkheid om deze straks voldoende competitief te laten draaien, verdween steeds verder uit zicht”, meldt Frans Everts, directeur van Shell Nederland, op LinkedIn.

“We hebben de opties om door te kunnen zetten van alle kanten bekeken”, vervolgt Everts. “De marktdynamiek en de verwachte kosten om het project af te bouwen, maken het voor ons onvoldoende concurrerend en de investering zou uiteindelijk economisch niet meer goed te rechtvaardigen zijn.”
Shell startte in 2022 met de bouw van de fabriek op zijn terrein in het Zuid-Hollandse dorp. Er zou onder meer duurzame brandstof worden gemaakt voor de luchtvaart. Volgens de aanvankelijke plannen moest de fabriek vorig jaar al de eerste brandstof produceren.
Zover kwam het niet. In 2024 besloot het inmiddels volledig Britse concern om de bouw voorlopig stop te zetten. Daarbij speelde mee dat de verplichtingen voor vliegmaatschappijen om duurzame brandstof bij te mengen nog niet streng genoeg zijn om voldoende vraag te creëren.

Het voorlopige besluit zorgde al voor een afschrijving van omgerekend zo’n 700 miljoen euro. Hoeveel verlies daarbij komt door het definitieve besluit, is nog niet bekend.
Nederlandse industrie krijgt klappen
Het besluit van Shell is een nieuwe tegenvaller voor de Rotterdamse haven en voor de Nederlandse industrie. De afgelopen tijd is de ene na de andere fabriek gesloten in ons land. Zo besloten meerdere bedrijven in de Rotterdamse haven onlangs hun vestiging te sluiten, terwijl ook de bandenfabriek van Apollo in Enschede verdwijnt.

Daarbij spelen onder meer de hoge energiekosten een rol. Ook de concurrentie van bedrijven uit andere landen, vooral buiten Europa, doet pijn.Shell meldt in een toelichting dat deze problemen maar beperkt een rol speelden bij het besluit. Maar ze “helpen natuurlijk niet mee voor de concurrentiepositie”, aldus een woordvoerder.

-nu.nl-